Hoge Raad der Nederlanden
Uiterlijk
De Hoge Raad der Nederlanden is het hoogste rechtsprekende college in Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten:
- „De Hoge Raad komt thans bijeen zoals hij in zijn honderdjarig bestaan nog niet bijeen is geweest, in tijd van oorlog. Nederland is het slachtoffer geworden van een overval, even verraderlijk als ongemotiveerd. Terwijl wij hier bijeen zijn, worden onze landgenoten vermoord. Allen scharen zich om H. M. de Koningin en doen hun plicht in de ruimste zin van het woord.”
- Bron: Het Avondblad, 10 mei 1940. Openingswoorden uitgesproken door raadsvoorzitter L.E. Visser.
- Aanhaling(en): Waarom we de Tweede Wereldoorlog moeten blijven herdenken , Elsevier, 28 januari 2013
Corjo Janssen, De Hoge Raad en de Tweede Wereldoorlog, 2011, p. 90
- „Het behoorde ieder lid van de Hoge Raad duidelijk voor ogen te staan, dat in de bezettingstijd door een slap briefje, als het door U voorgestelde, het prestige van de Hoge Raad zowel bij het Nederlandse volk als bij de bezettende macht wordt geschaad.”
- Bron: Brief van Johannes van Loon aan B.M.Taverne, opgenomen in: H.L.C. Hermans, Een ambitieuze jurist in gevaarlijk vaarwater. Johannes van Loon. President van de Hoge Raad in oorlogstijd, 2008
- Aanhaling(en): Corjo Janssen, De Hoge Raad en de Tweede Wereldoorlog, 2011, p. 101
- In reactie van een door Taverne geschreven protestnota tegen het gedwongen ontslag van Visser, die van joodse komaf was. Van Loon was zelf door de Duitse bezetter aangesteld als Vissers opvolger.
- „Wat kon de Hoge Raad dan doen tegen de benoemingen van de bezetter? Er is gezegd, dat de Hoge Raad zich die benoemingen heeft laten opdringen. Alsof het College het in zijn macht zou hebben gehad die benoemingen te beletten of te beïnvloeden!”
- Bron: N.C.M.A. van den Dries, De Hoge Raad der Nederlanden tijdens de bezetting, p. 44-45
- Aanhaling(en): Corjo Janssen, De Hoge Raad en de Tweede Wereldoorlog, 2011, p. 99