Volmaaktheid

Uit Wikiquote

Volmaaktheid of perfectie is een filosofisch concept, dat betekent het bezit van een bepaalde eigenschap in de hoogste mate, of het bezit van alle eigenschappen bezit. Ook kan het bezit betekenen van alle bestaande eigenschappen in de hoogste mate. Daarnaast is volmaaktheid het voldoen aan de maatstaven waarvoor een bepaald voorwerp bedoeld of gemaakt is.:

Informatie bij zusterprojecten:
artikel in Wikipedia
omschrijving in WikiWoordenboek
  • Bron: Hendrik Marsman, Aanteekeningen over Charlie Chaplin, De stem, jaargang 6, 1926, deel 1, p. 302.
  • Aanhaling(en): Thomas Vaessens, Geschiedenis van de moderne Nederlandse literatuur, Uitgeverij Vantilt, Amsterdam en Nijmegen, 2013, ISBN 9789460041334, p. 281
  • Over Charlie Chaplin
  • „Tijdens de wandeling valt alles op zijn plaats, de orde is volmaakt, niets van buitenaf kan deze orde verstoren, de wandelaar heerst over zijn universum.”
  • „Overal zie je een grotere volmaaktheid van de taalvormen naarmate je verder teruggaat in de geschiedenis van die taal; en omgekeerd, hoe langer talen bestaan, hoe groter hun verval. [...] In de periode die wij kunnen overzien, dat wil zeggen: in historische tijden, ontwikkelen talen zich niet verder, maar ze raken in verval.”
  • Origineel in het Duits:
    “Überall zeigt sich desto größere Vollkommenheit der sprachlichen Form, je höher hinauf, das heißt je weiter zurück in der Geschichte wir Sprachen verfolgen können, und umgekehrt, je länger Sprachen lebten, desto größerer Verfall [...] die Sprachen entwickeln sich in der Periode, in welcher wir sie verfolgen können, d.h. in historischer Zeit, nicht weiter, sondern sie verfallen.”
  • Bron: August Schleicher Die Deutsche Sprache, 1860
  • Aanhaling(en): Joop van der Horst, 2013, Taal op drift; lange-termijnontwikkelingen in taal en samenleving, p. 75-76
  • „Waarom een blauwe roos willen maken als de rode nog niet volmaakt is?”
  • Bron: Jan Vercammen, Bij wijze van zeggen: aforismen, paradoksen, beweringen, Van Damme, 1961
  • Aanhaling(en): Joos Florquin, Ten huize van... 11, Brugge: Orion, p. 141