Jacob Israël de Haan

Uit Wikiquote
Dit lemma over Jacob Israël de Haan heeft een of meer problemen
    Van een of meer citaten ontbreken secundaire bronnen (die aantonen dat elk citaat inderdaad door anderen in het Nederlandse taalgebied wordt aangehaald).
    Dit lemma heeft nog wat opknapwerk nodig om in de afgesproken stijl van Wikiquote te worden gebracht.

Help mee deze problemen op te lossen. Indien deze problemen niet in redelijke tijd worden opgelost, worden de betreffende citaten naar Overleg:Jacob Israël de Haan verplaatst. Als echter alle citaten in dit lemma een of meer onopgeloste problemen hebben, zal het lemma uiteindelijk voor verwijdering worden voorgedragen op de Verwijderlijst. LET OP: Gelieve geen nieuwe incomplete citaten aan deze pagina toe te voegen. Deze kunnen zo nodig op Overleg:Jacob Israël de Haan worden toegevoegd, onder een hoofdje {{onvolledig}}.

Jacob Israël de Haan

Jacob Israël de Haan (31 december 1881 (Smilde) - 30 juni 1924 (Jeruzalem)) was een Nederlands Joods schrijver, jurist en politicus.

Uit Besliste Volzinnen (1954):

  • Dikwijls droom ik, dat ik in de hel ben. Na het ontwaken bemerk ik, tot mijn schrik, dat ik in Holland ben.
  • Organisatie is eene bijzondere wijze van ondergang, die in onzen tijd algemeen is. Zij maakt van de menschen organen in plaats van organismen.
  • Van alle zwakke argumenten is een beroep op de meening van de meerderheid het zwakste.
  • Een man met een toekomst, eene vrouw met een verleden en geene kinderen vormen samen een uitmuntend gezin.


  • Bron: Toen bliezen de poortwachters, Hans van Straten (Amsterdam, 1978)