Maurice Maeterlinck: verschil tussen versies

Uit Wikiquote
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Mdd (overleg | bijdragen)
k Nuance(s)
Mdd (overleg | bijdragen)
Enige aanvulling
Regel 27: Regel 27:
::'''Tyltyl'''
::'''Tyltyl'''
:Neen, neen, ik kan deze haren, die u vertoont, best zien..
:Neen, neen, ik kan deze haren, die u vertoont, best zien..

== Met bron ==
* Moet men hem beklagen, die op sommige avonden aan den oever eener oneindige zee tranen vergiet, of hem, die zijn leven lang binnen zijn eng kamertje, zonder reden glimlacht?
** Maurice Maeterlinck (1898). "La Sagesse et la Destinée". Vertaald en geciteerd in: ''Van Nu en Straks''. Nieuwe reeks. Jaargang 4. Antwerpen 1900. p.97


== Zonder bron ==
== Zonder bron ==

Versie van 25 nov 2011 12:07

Maurice Maeterlinck, 1911.

Maurice Maeterlinck (1862 - 1949) was een Belgisch dichter, toneelauteur, essayist en vertaler. In 1911 ontving hij de Nobelprijs voor de Literatuur.

De blauwe vogel, 1921

Bron: Maurice Maeterlinck, De blauwe vogel. Vertaald door G.M. van der Wissel-Herderschee. Amsterdam : Van Campen, 1921. p.26-27 (bron)

De Fee
Je kijkt net of het een enorm groote is.... Heb ik een krommen neus en mis ik mijn linkeroog?....
Tyltyl
Neen, neen, dat heb ik niet gezegd.... Wie heeft het uitgestoken?
De Fee (al boozer en boozer.)
Maar het is niet uitgestoken!.... Brutale jongen! vlegel!.. 't Is nog mooier dan het andere, 't is grooter en helderder en zoo blauw als de hemel.... En hier mijn haren, zie je die?.... Ze zijn zoo blond als het rijpe koren.... 't lijkt wel zuiver goud! En ik heb er zoo veel, dat mijn hoofd er heelemaal zwaar van is.... Ik kan ze letterlijk niet glad houden.... Zie je ze hier op mijn handen?....
Tyltyl
Ja zeker, daar zie ik er wel wat....
De Fee (verontwaardigd.)
Wel wat!.... Bossen! Handen vol! Massa's! Gouden stroomen!.... Ik weet wel, dat er menschen zijn, die zeggen, dat zij ze niet zien, maar jij hoort toch, hoop ik, niet tot die akelige blinden?....
Tyltyl
Neen, neen, ik kan deze haren, die u vertoont, best zien..

Met bron

  • Moet men hem beklagen, die op sommige avonden aan den oever eener oneindige zee tranen vergiet, of hem, die zijn leven lang binnen zijn eng kamertje, zonder reden glimlacht?
    • Maurice Maeterlinck (1898). "La Sagesse et la Destinée". Vertaald en geciteerd in: Van Nu en Straks. Nieuwe reeks. Jaargang 4. Antwerpen 1900. p.97

Zonder bron


Externe link