Pieter Hendrik van Moerkerken jr.
Uiterlijk
Pieter Hendrik van Moerkerken jr. (Middelburg, 17 februari 1877 - Amsterdam, 21 maart 1951) Ook wel P.H. van Moerkerken, was een Nederlands dichter, toneel- en romanschrijver. Hij schreef ook onder het pseudoniem Peter Dumaar.
- „Als vlerken van nachtvooglen gleed de stront,
In najaarsschemering grijzig-transparant,
Met sierlijk zwieren over 't zwarte land
En werd verzwolgen in doorploegden grond.
Zij, eens gevallen uit der koeien kont,
Gevormd van knollen uit de volle mand,
Schonk levenskrachten aan het schrale land:
't Leven der dingen wankelt [wentelt] eeuwig rond.”
- Bron: Gerrit Komrij, De Nederlandse poëzie van de negentiende en twintigste eeuw in duizend en enige gedichten, pag. 447. Amsterdam, 1979.
- Aanhaling(en): Het ondergronds verwachten. Schrijvers en tijdschriften tussen 1941 en 1945, Piet Calis, 1989
- Gedicht uit 1895, geschreven door de toen achttienjarige Van Moerkerken. Voor het eerst gepubliceerd in 1942 in het surrealistische verzetstijdschrift De Schone Zakdoek.
- „'t Gezag dat rust behoedt in Stad en Staat, Waakt rustloos tegen d'onrust van het Kwaad.”
- Bron: ’t Gezag dat rust behoedt in stad en staat, Straatpoezie.nl
- Aanhaling(en): Deze tekst staat groot boven het hoofdbureau van de politie van Amsterdam, Elandsgracht 117. Tevens staat de spreuk achterop de jubileumpenningen voor Politie Amsterdam-Amstelland.
Over P.H. van Moerkerken
[bewerken]- „Ik zag professor van Moerkerken
Meer dan een uur op een hoer werken.
’t Was een oud lijk weliswaar
Maar toch kwam hij klaar.
Je kon het aan de vlek op de vloer merken.”
- Bron: Adriaan Roland Holst, Een tuiltje Nederlandse priapeeen, gepubliceerd in Priaap ontknoopt (1984), Seurel, J.
- Aanhaling(en): Keuning, N. (2019, 11 november), Priaap Ontknoopt, Neerlandistiek, Antiquarius, P. (2011, 19 december). P e r k a m e n t u s.
- Limerick over P.H. van Moerkerken, toen hij directeur was van de Rijksakademie van beeldende kunsten.