Paul van Ostaijen
Uiterlijk
Paul van Ostaijen (22 februari 1896, Antwerpen – 18 maart 1928, Miavoye-Anthée) was een Vlaams dichter en prozaschrijver.
- „De dichter zegt steeds de waarheid. Men weet dat hij dit doet een ietsje vroeger dan het de mensen aangenaam [is].”
- Bron: Self-defence (1926) uit Paul van Ostaijen, Verzameld werk. Deel 4: proza, Bert Bakker, Amsterdam 1979.
- Aanhaling(en): Thomas Vaessens, Geschiedenis van de moderne Nederlandse literatuur, Uitgeverij Vantilt, Amsterdam en Nijmegen, 2013, ISBN 9789460041334, p. 237
- „Ik wil bloot zijn en beginnen.”
- Bron: Slotzin van het gedicht Vers 6 (1928) uit de bundel Paul van Ostaijen, Gedichten, De Sikkel, Antwerpen, 1935.
- Aanhaling(en): Thomas Vaessens, Geschiedenis van de moderne Nederlandse literatuur, Uitgeverij Vantilt, Amsterdam en Nijmegen, 2013, ISBN 9789460041334, p. 257.
- Van Ostaijen geeft hiermee te kennen dat hij weer helemaal van voren af aan met zijn leven wil beginnen, als een pasgeboren kind.
- „Ik sta 's morgens op met het probleem: ‘Wat kan ik nou wel doen wat nog niet gedaan is.’”
- Bron: Wies Moens en ik, in: Verzameld werk. Deel 4: proza. Besprekingen en beschouwingen, Bert Bakker, Amsterdam 1979 (derde druk), p. 330.
- Aanhaling(en): Boven, E.van en Kemperink, M., Literatuur van de moderne tijd: Nederlandse en Vlaamse letterkunde in de 19e en 20e eeuw, Uitgeverij Coutinho, 2006, ISBN 9789062834945, p. 166.