Naar inhoud springen

Marlene Dumas

Uit Wikiquote
foto van Marlene Dumas, februari 2018
Informatie bij zusterprojecten:
artikel in Wikipedia
media bij Commons
Informatie in externe bronnen:
DBNL pagina in DBNL
IMDb pagina in IMDb
KB pagina in KB-catalogus
RKD pagina in RKD

Marlene Dumas (Kaapstad, 3 augustus 1953) is een in Zuid-Afrika geboren kunstenares.[1] Zij woont en werkt sinds 1976 in Amsterdam..

Citaten van Marlene Dumas - chronologisch

[bewerken]

Citaten tot 1990

[bewerken]
  • „Ik herhaal alsmaar wat hij zei, en wat hij zei, en wat zij zei en ik kan naar niets kijken zonder te denken aan wat hij zei en wat zij zeiden en wat ik zei.”
  • Bron: Marlene Dumas, tentoonstellings-tekst bij de expositie 'Atelier 15', Stedelijk Museum Amsterdam, 1978
  • Aanhaling(en): Marlene Dumas The image as burden, red. Leontien Coelewij, Helen Sainsbury, Theodora Vischer, Stedelijk Museum Amsterdam, 2014, p. 21; ISBN 978 90 5006 189 6
  • Veel collages die Marlene Dumas op de expositie in 1978 exposeerde bevatten teksten en knipsels uit haar Zuid-Afrikaanse jaren van circa 1975-76
  • „Het is van essentieel belang dat aan de toeschouwer wordt overgelaten hoe het duister waarin de voorstelling zich hult, op ondubbelzinnige wijze door beelden en hun onzichtbare verbanden is verbeeld.”
  • Bron: ALied Ottevanger, in 'And the Moon Fell', Metropolism M, jaargang 2, nr 5, 1981, pp. 44-45
  • Aanhaling(en): Marlene Dumas The image as burden, red. Leontien Coelewij, Helen Sainsbury, Theodora Vischer, Stedelijk Museum Amsterdam, 2014, p. 28; ISBN 978 90 5006 189 6
  • Dit citaat zei Dumas naar aanleiding van haar collage-werken uit 1978/79, waarin slechts enkele dingen te zien zijn zoals een grote wolk en een kleine schoppende man
  • „Dat ik graag filmopnames gebruik komt omdat het gespeelde beeld beter een bepaalde emotie uitdrukt dan een beeld.”
  • „Al mijn mensen werden geschoten met een camera, opgesloten in een kader voordat ik hen ging schilderen. Zij wisten niet dat ik hen Dit zou aandoen. Zij wisten niet met welke namen ik hen benoemen zou [..] Mijn beste werken zijn een erotisch vertoon van mentale verwarring (met invallen van overbodige informatie).”
  • Bron: Marlene Dumas, 'The Eyes of the Night-creatures', tekst in tentoonstellingscatalogus van galerie Paul Andriesse, Amsterdam 1985, p. 19
  • Aanhaling(en): Leontien Coelewij, in Marlene Dumas The image as burden, red. Leontien Coelewij, Helen Sainsbury, Theodora Vischer, Stedelijk Museum Amsterdam, 2014, p. 41; ISBN 978 90 5006 189 6
  • Dumas exposeerde toen een serie grote geschilderde gezichten, zoals haar bekende schilderij 'Martha. Sigmunds Wife' uit 1984 en Genetiese Heimwee; het Kwaad speelde in beide werken door
  • „Ik weet eigenlijk niet veel van kleur. Ik gebruik het intuïtief. Ik weet eigenlijk niet veel van racisme, mijn kennis ervan gaat niet dieper dan de huid. Wat bedoel je, zei hij. Oh, weet je niet dat in alle littekens een roze kleur zichtbaar wordt.”
  • Bron: Marlene Dumas, in 'The Question of Human Pink', in Painting and Meaning, Marlene Dumas, Kunsthalle Bern, 1989, p. 18
  • Aanhaling(en): Leontien Coelewij, in Marlene Dumas The image as burden, red. Leontien Coelewij, Helen Sainsbury, Theodora Vischer, Stedelijk Museum Amsterdam, 2014, p. 50; ISBN 978 90 5006 189 6
  • Dumas refereert ernaar dat in die jaren veel blanke kunstenaars graag hun sympathie met de Afrikaanse bevolking wilde uiten, waar zij zich erg bewust bleef van haar eigen (blanke) kleur en afkomst, èn van de gemeenschappelijkheid van alle mensen
  • „De Nederlanders, onder anderen, betuigen eer, zeggen ze, door Afrikaanse kunst te kopen, door net als hen te schilderen. Ik kan dat niet, ik betaal op andere manieren. Alle witte kunstenaars willen zwart zijn. Ik kan niet net doen alsof ik niet vast zit aan Sneeuwwitje als mijn naam.”
  • Bron: Marlene Dumas, in 'The Exotic versus the Neurotic', in Painting and Meaning, Marlene Dumas, Kunsthalle Bern, 1989, p. 28
  • Aanhaling(en): Leontien Coelewij, in Marlene Dumas The image as burden, red. Leontien Coelewij, Helen Sainsbury, Theodora Vischer, Stedelijk Museum Amsterdam, 2014, p. 50; ISBN 978 90 5006 189 6
  • Dumas refereert ernaar dat in die jaren veel witte kunstenaars graag hun sympathie met de Afrikaanse bevolking wilde uiten, waar zij zich erg bewust bleef van haar eigen (blanke) kleur en afkomst, èn van de gemeenschappelijkheid van alle mensen

Citaten, 1990 - 2000

[bewerken]
  • „De titel van het schilderij dat ik in 1987 maakte is 'The Particularity of Nakedness'. Die titel was geïnspireerd door herlezing van John Berger (Ways of Seeing, 1972). Hij maakte een onderscheid tussen het Naakt en het Bloot in de Europese schilderkunst. [..] nu denk ik dat ik niet zocht naar het Naakt, of de poserende figuur, maar naar de erotische omstandigheden van het leven. Twee Subjecten die tegenover elkaar stonden.”
  • Bron: Marlene Dumas, in The private versus the Public, Miss Interpreted, tentoonstellingscatalogus van het Van Abbemuseum, Eindhoven, 1992, p. 42
  • Aanhaling(en): Leontien Coelewij, in Marlene Dumas The image as burden, red. Leontien Coelewij, Helen Sainsbury, Theodora Vischer, Stedelijk Museum Amsterdam, 2014, p. 43; ISBN 978 90 5006 189 6
  • Het schilderij wat Dumas hier vermeldt werd in 1987 al aangekocht door het Van Abbemuseum
  • „Nee, het zijn niet allemaal zelfportretten. Nee, het is niet steeds mijn dochter. Nee, ik heb een fijne jeugd gehad. Nee, ik ben nooit in therapie geweest. Nee, ik ben nooit met een museumdirecteur naar bed geweest. Ja, ik vind medeleven het moeilijkste wat er is en niet gemakkelijk te verenigen met creativiteit. Ja, ik vind mezelf het beste voorbeeld van het kwaad.”
  • Bron: Marlene Dumas, 'Vive the People wat they want', in De Witte Raaf, jaargang 8, nr. 42, 1993, p. 10
  • Aanhaling(en): Leontien Coelewij, in Marlene Dumas The image as burden, red. Leontien Coelewij, Helen Sainsbury, Theodora Vischer, Stedelijk Museum Amsterdam, 2014, p. 63; ISBN 978 90 5006 189 6
  • Dumas verweerde zich tegen de geijkte vragen die door haar werk zo vaak werden opgeroepen bij recensenten en het kunstpubliek
  • „De schilderkunst zet de tijd niet stil. Het recyclet de tijd en laat deze circuleren als een wiel dat draait [..] Het schilderen is een trage kunstvorm. Het reist niet met de snelheid van het licht. Daarom stralen dode schilders zo fel.”
  • Bron: Marlene Dumas, 'Women and Painting - A Parkett inquiry', in Parkett nr 37, 1993
  • Aanhaling(en): Leontien Coelewij, in Marlene Dumas The image as burden, red. Leontien Coelewij, Helen Sainsbury, Theodora Vischer, Stedelijk Museum Amsterdam, 2014, p. 70; ISBN 978 90 5006 189 6
  • Kort citaat van Dumas uit haar luchtige antwoord op de vraag van het blad Parkett hoe het voelt om een vrouw te zijn die schildert; een vraag die bijna nooit aan manlijke kunstenaars wordt gesteld
  • „Ik ben GEEN New Yorker / Ik ben GEEN Nederlander / Ik ben GEEN inwoner van Zuid-Afrika meer. / Ik ben altijd 'niet van hier' ook al probeer ik te weten of begrijpen 'wat er speelt' en wat de regels zijn..”
  • Bron: Marlene Dumas, uit 'Not from Here', persbericht van Tilton Gallery, New York, 1994
  • Aanhaling(en): Leontien Coelewij, in Marlene Dumas The image as burden, red. Leontien Coelewij, Helen Sainsbury, Theodora Vischer, Stedelijk Museum Amsterdam, 2014, p. 70; ISBN 978 90 5006 189 6
  • 'Not from Here' was de titel van Dumas' eerste solotentoonstelling in New York
  • „Hoewel ik [zelf] alleen werk (met drukwerk als mijn modellen) voelde ik me altijd aangetrokken tot fotografen die met echte mensen werken - maar het lijkt erop dat het [werken naar levende mensen / modellen] niet het beste in mij naar voren brengt [..] dan verlies ik de vrijheid van de amorele benadering die voor mij een voorwaarde is voor het maken van een goed schilderij.”
  • Bron: Marlene Dumas, 'Now that's over, I want to start', in Strippinggirls: Anton Corbijn, Marlene Dumas, tentoonstellingscatalogus Theaterinstituut, Nederland, Amsterdam, 2000, p. 52
  • Aanhaling(en): Leontien Coelewij, in Marlene Dumas The image as burden, red. Leontien Coelewij, Helen Sainsbury, Theodora Vischer, Stedelijk Museum Amsterdam, 2014, p. 105; ISBN 978 90 5006 189 6
  • Met dit citaat verklaart Dumas de aantrekkelijkheid die foto's voor haar hebben als uitgangspunt voor te maken schilderijen - al vanaf heel vroeg

Citaten vanaf 2001

[bewerken]
  • „Ik hou mijn schilderijen het liefst heel sober. Zo minimaal mogelijk als een figuratief werk maar kan zijn zonder dat het doods wordt. Waarbij het beeld zich voortdurend verzet tegen de fysieke beperkingen van de lijst, [en?] zijn materiële condities als een geschilderd ding. De bleekheid van de huid met in de hoeken de zwarte tepels.”
  • Bron: Marlene Dumas, 'The right to be silent', in Frieze, nr 80, 2004, p. 84
  • Aanhaling(en): Leontien Coelewij, in Marlene Dumas The image as burden, red. Leontien Coelewij, Helen Sainsbury, Theodora Vischer, Stedelijk Museum Amsterdam, 2014, p. 118; ISBN 978 90 5006 189 6
  • Dumas beschrijft in dit citaat de grenzen van haar schilderkunst
  • „Als we naar de hemel gaan en we komen te staan voor het Grote Heldere Licht, wat zal dat dan zijn - de ogen van de heiligen of de flits van een camera.”
  • Bron: Adrian Searle, 'Fatal Attraction', in The Guardian, 23 november 2004, p. 13
  • Aanhaling(en): Leontien Coelewij, in Marlene Dumas The image as burden, red. Leontien Coelewij, Helen Sainsbury, Theodora Vischer, Stedelijk Museum Amsterdam, 2014, p. 120; ISBN 978 90 5006 189 6
  • Searle refereerde in zijn artikel naar de schilderijen van Dumas met dode vrouwen als hun onderwerp; zij brengt volgens hem de krantenfoto van de dode vrouw met haar schilderij terug tot iets als leven
  • „Mens Dom (ofwel een toost op hen die mij inspireerden) / Dit zijn geen geschikte tijden voor het glimlachen van 'The Family of Man'. / We reizen in vermomming, / Dus hoe kan je onderscheiden / Wie vijand is en wie vriend. / De duivel is terug, zo dubbel en vals. / En polariserend als altijd..”
  • Bron: Marlene Dumas, in Man Kind, tentoonstellingscatalogus, Galerie Paul Andriesse, Amsterdam, 2006, p. 3
  • Aanhaling(en): Leontien Coelewij, in Marlene Dumas The image as burden, red. Leontien Coelewij, Helen Sainsbury, Theodora Vischer, Stedelijk Museum Amsterdam, 2014, p. 128; ISBN 978 90 5006 189 6
  • Dit citaat van Dumas illustreert dat naar haar stellige overtuiging Het Kwaad in de wereld werkelijk bestaat en bovendien actief is
  • „Zijn naakte vrouwen tonen hun lichaam alsof ze een natuurkracht zijn, als wolken die zich door de lucht bewegen. Hij behandelt het lichaam als een wonderschoon landschap, niet als een verraderlijke val.”
  • Bron: Marlene Dumas, gesprek tijdens inrichting van expositie 'Broken White', Tokio, 2007
  • Aanhaling(en): Yuka Uematsu, 'Broken White' in tentoonstellingscatalogus Museum of Contemporary Art, Tokio, 2007, pp. 142-143
  • Aldus omschreef Dumas de fotografie van Nobuyoshi Araki; haar schilderij 'Broken White' uit 2006 is gebaseerd op een zwart-wit foto van Araki
  • „In een poging om Michelangelo's onvoltooide 'Piëta' en de weeskinderen van Stelline [in Italië] te combineren kwam ik uit bij drie zwart-wit 'classics' van de Italiaanse cinema: Pasolini's [film] 'Het evangelie van Matteüs', 1964, zijn 'Mama Roma', 1962 en Vittorio de Sica's [film] 'Twee Vrouwen', 1960 [..] Uiteindelijk werd Anna Magnani mijn model..”
  • Bron: Marlene Dumas, 'Written in the Stars', in Sorte, tentoonstellingcatalogus Fondazione Stelline, Milaan, 2012, pp. 39-42
  • Aanhaling(en): Dominic van den Boogerd, in Marlene Dumas The image as burden, red. Leontien Coelewij, Helen Sainsbury, Theodora Vischer, Stedelijk Museum Amsterdam, 2014, p. 158; ISBN 978 90 5006 189 6
  • Anna Magnina speelde de rol van Mama Roma, die de smart uitschreeuwde van een moeder die haar zoon verloor; aldus ook geschilderd door Dumas in 2012
  • „Ik kom meer vanuit die tekeningen naar die schilderijen. Hij [Luc Tuymans] komt misschien meer vanuit het schilderen. Als hij een tekening maakt, maakt ie eigenlijk een schilderijtje.”
  • Bron: Marlene Dumas, in About painting and Differences, video van Sandra Parry en Rudolf Evenhuis, 2013
  • Aanhaling(en): Dominic van den Boogerd, in Marlene Dumas The image as burden, red. Leontien Coelewij, Helen Sainsbury, Theodora Vischer, Stedelijk Museum Amsterdam, 2014, p. 162; ISBN 978 90 5006 189 6
  • Citaat is uit een gesprek tussen Dumas en Luc Tuymans tijdens de installatie van hun gezamenlijke expositie 'Twice' in Zeno X Gallery, Antwerpen, november 2013

Citaten over Marlene Dumas - chronologisch

[bewerken]
  • „De erger-dan-middelmatige bijdragen van Marlene Dumas en Terry Atkinson waren misschien nog te verdedigen op grond van hun onderwerpen.”
  • Bron: Terence Maloon, recensie in The Sydney Morning Herald, 14 april 1984
  • Aanhaling(en): Leontien Coelewij, in Marlene Dumas The image as burden, red. Leontien Coelewij, Helen Sainsbury, Theodora Vischer, Stedelijk Museum Amsterdam, 2014, p. 30; ISBN 978 90 5006 189 6
  • Citaat uit een kritische recensie over haar werk op de expositie 'Vijfde Biënnale van Sydney', in de New South Wales Gallery
  • „In de weergave van Dumas bezwijkt de vrouwelijke schoonheid door een 'vertering waarvan onze cultuur zo doordrenkt is dat ze alle beelden, alle kunst, wellicht alle vrouwen bedreigt': [..] de vrouw als esthetisch subject en als draagster van eeuwen van idealisme en waarden..”
  • Bron: Wendy Steiner, 'The Burden of the Image' in The Trouble with Beauty, London 2001, p. 34
  • Aanhaling(en): Leontien Coelewij, in Marlene Dumas The image as burden, red. Leontien Coelewij, Helen Sainsbury, Theodora Vischer, Stedelijk Museum Amsterdam, 2014, p. 64; ISBN 978 90 5006 189 6
  • Citaat van Steiner over Dumas' schilderij 'The Image as Burden' uit 1993, waarin een man treurend een vrouw in zijn armen houdt die doodt lijkt; een omgekeerde Piëta dus
  • „Ze is angstaanjagend vrij geworden in de manier waarop ze vragen stelt, kijkt, laat zien, in twijfel trekt, bespot, risico's neemt, je in de maling neemt.”
  • Bron: Dimitri Nicolas-Fanourakis, brief aan David Goldblatt, c. oktober 2007
  • Aanhaling(en): David Goldblatt, in zijn toespraak bij de opening van de expositie 'Marlene Dumas', 7 november 2007, Kaapstad
  • Goldblatt vroeg suggesties aan Dimitri hoe hij het beste contact kon maken met het werk van Marlene Dumas
  • „'Girl with Head', waarom zie ik dat zo graag? Zo'n werkje, maar zo expressief en monumentaal als het is [..] de vormen barsten uit het doek. Alles bevindt zich aan het oppervlakte, dat opgebouwd is uit verschillende technieken: het meisje is heel dun en transparant geschilderd zodat jet het canvas voelt [..] wat gebeurt daar eigenlijk? Je kunt er alles van maken. Mijn kop is haar speelbal of haar pop en tegelijk beschermt ze mij. Ik wordt beschermd door het kind in mijzelf.”
  • Bron: Jan Hoet, 'Geen dag zonder', in Tableaux: Fine Arts Magazine, december 2009
  • Aanhaling(en): Leontien Coelewij, in Marlene Dumas The image as burden, red. Leontien Coelewij, Helen Sainsbury, Theodora Vischer, Stedelijk Museum Amsterdam, 2014, p. 68; ISBN 978 90 5006 189 6
  • Jan Hoet beschrijft hier een klein schilderijtje van Dumas uit 1992; een op de grond zittend jong meisje dat een hoofd in haar schoot vasthoudt
  • „Tot nu toe [tot c. 2008/09] isoleerde ze lichamen en gezichten meestal [..] In de werken die Dumas over een periode van dertig jaar heeft geschilderd is er bij het object [= meestal een lichaam] nooit sprake van een setting of 'Inbedding'.”
  • Bron: Ullrich Loock, 'The painters Touch', in Against the Wall, tentoonstellingscatalogus, Porto, 2010, pp. 10-11
  • Aanhaling(en): Dominic van den Boogerd, in Marlene Dumas The image as burden, red. Leontien Coelewij, Helen Sainsbury, Theodora Vischer, Stedelijk Museum Amsterdam, 2014, p. 142; ISBN 978 90 5006 189 6
  • Vanaf 2009 begon Dumas in haar werk mensen in hun specifieke situatie te plaatsen, zoals in 2009 voor de Muur, die Israël bouwde om de Palestijnen af te scheiden van de joodse bevolking
  • „Zo is 'The First People' [een serie van vier schilderijen van 'verticale' baby's] [..] ook een manifest waarin we het ontstaan van nieuwe mensen nu eens anders zien, overtuigend en heroïsch. Wat mij betreft is het een meesterwerk. [..] Die [= Dumas] ook daarom zo bijzonder is omdat ze een plek gevonden heeft voor realisme zonder dat dat banaal wordt. Integendeel. Het is diep ontroerend.”
  • Bron: Rudy Fuchs, in 'Brutale borelingen', De Groene Amsterdammer, 14 december 2011
  • Aanhaling(en): Leontien Coelewij, in Marlene Dumas The image as burden, red. Leontien Coelewij, Helen Sainsbury, Theodora Vischer, Stedelijk Museum Amsterdam, 2014, pp. 56-57; ISBN 978 90 5006 189 6
  • Dit citaat van Rudi Fuchs slaat op een serie van vier rechtopstaande schilderijen van jonge baby's, geschilderd in 1990; haar enige dochter werd kort voordat Dumas deze vier werken maakte geboren
[bewerken]

Galerij van werken

[bewerken]