Lodewijk van Velthem
Uiterlijk
Lodewijk van Velthem (ca. 1260/1275 - na 1317) was een Brabants schrijver en clericus.
- „Zo straft God nu op uitzonderlijke wijze de mensheid en de wereld. [...] Ik zou denken dat wij dubbel en dwars hebben verdiend dat we deze kwade tijden meemaken.”
- Origineel in het Middelnederlands:
“So plaghet God nu sonderlinhe / die lieden entie werelt mede . Ic dochte [...] dat wijs verdient hebben sware, / dat wi hebben dese quade jare.” - Bron: Spiegel Historiael, Vijfde Partie
- Aanhaling(en): Frits van Oostrom, Wereld in woorden: Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1300-1400, ISBN 9789035139398, 2013, p. 55
- Geschreven ten tijde van de Grote Hongersnood (1315 - 1317).)
- Origineel in het Middelnederlands:
- „Vrouwe, ik heb al menigmaal mooi over u gedicht, maar nu zou ik helemaal speciaal over u dichten, mocht u mij het licht mijner ogen doen behouden.”
- Origineel in het Middelnederlands:
“Vrouwe, ic heb ghedicht van u menige scone dinge, maer nu soudic sonderlinghe van u dichten, indien dat gi mijn licht wilt behouden mi.” - Bron: Spiegel Historiael, Vijfde Partie, boek 6
- Aanhaling(en): Frits van Oostrom, Wereld in woorden: Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1300-1400, ISBN 9789035139398, 2013, p. 55
- Van Velthem roept de Heilige Maria aan nadat hij helse pijn aan zijn ogen heeft gekregen, alsof er met messen in zijn ogen werd gestoken.
- Origineel in het Middelnederlands: