Corneille (kunstschilder)
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Corneille (Luik, 3 juli 1922 – Auvers-sur-Oise (Frankrijk), 5 september 2010)) was een Nederlands kunstschilder en lithograaf.
Citaten van Corneille - chronologisch[bewerken]
1945 - 1955[bewerken]
- „Ik wilde de motieven die ik hier [Budapest] vond transponeren in een Universele taal op een universeel plan - 'in puur plastische teekens' met de lyrische inslag die ik reeds bezat.. .Nu voel ik pas de groote sprong die ik maakte sinds verleden jaar, in heel mijn werk is nu zichtbaar de drang naar analyse en vooral naar synthese. Mijn kracht ligt niet in de kleur - in tegenstelling met Karel die eerst alles in kleur ziet en dan pas de vormen en lijnen. Mij treft de vorm allereerst - je veux des formes agressives, pointues, heurtées qui reflêtent l'inquiétude dont est fait le fond de mon être [Ik wil agressieve, puntige, geschokte vormen die de onrust weerspiegelen die de basis van mijn wezen is.]”
- Bron: Corneille, in een brief, 24 mei 1947 uit Budapest, aan zijn vriend Louis Tiessen.
- Aanhaling(en): Erik Slagter, 'Corneille, de dichtende schilder, vijftig jaar', Erik slagter inOns Erfdeel. Jaargang 15 (1972)
- „En dan Chagall, ook een dichter die geladen is van spleen naar zijn land, Rusland, de huisjes, de boeren, koeien, hanen die hij in een wilde vaart laat tuimelen op zijn doek waarbij hij de vrouwen in hanen verandert, boeren hun hoofden laat verliezen en boerenmeisjes princessenallures laat aannemen.”
- Bron: Corneille, in een brief, 15 november 1947 uit Parijs, aan zijn vriend Louis Tiessen.
- Aanhaling(en): Erik Slagter, 'Corneille, de dichtende schilder, vijftig jaar', Erik slagter inOns Erfdeel. Jaargang 15 (1972)
- „Dwars door Duitsland gaat de reis [naar de andere Cobra-leden, in Denemarken]. Het eerste grensplaatsje brengt ons weer de voorbije oorlogsjaren in herinnering. Op de perrons staan stramme Duitse soldaten met stenguns over de schouder.. ..terwijl wij nog napraten over oorlog, wapens en honger. Zwaar gehavende dorpjes flitsen voorbij en dan krijgen wij de grote steden te zien, Bremen en Hamburg. Puinhopen, niets anders dan puinhopen, welk een troosteloze aanblik.. .Als wij later door het landschap met de witte boerderijen rijden, die zo mooi zijn door de strakke gevelversieringen van houtwerk, worden wij op wat vrolijker gedachten gebracht en denken wij weer aan het doel van onze reis. Wij proberen ons Kopenhagen voor te stellen, en over het werk van de Denen werpen wij allerlei veronderstellingen op.”
- Bron: Corneille, zijn reisverslag naar de Cobra-mensen in Denemarken, in het tweede nummer van 'Reflex', 1949; het orgaan van de Experimentele Groep - de voorloper van Cobra
- Aanhaling(en): Piet Calis, Hoofdstuk 1 : 'Reflex en Cobra: 'er is een lyriek die wij afschaffen' ', in Het elektrisch bestaan. Schrijvers en tijdschriften tussen 1949 en 1951, Piet Calis, 2000
- „Wij worden verwelkomd door drie in somber zwart geklede gedaanten. Al pratend stappen wij gezamenlijk in de métro. En als wij even later om een feestelijk gedekte tafel zitten, vragen wij ons af hoe wij hier zo plotseling gekomen zijn. Wij voelen ons hier meteen thuis. (Over de hele wereld, waar je ook komt, vormen de schilders één grote familie). Er heerst weldra een gezellige, warme sfeer en dan komen de tongen los. Voor het eerst maken wij kennis met het smörrebröd”
- Bron: Corneille, in het tweede nummer van 'Reflex', 1949; het orgaan van de Experimentele Groep - de voorloper van Cobra
- Aanhaling(en): Piet Calis, Hoofdstuk 1 : 'Reflex en Cobra: 'er is een lyriek die wij afschaffen' ', in Het elektrisch bestaan. Schrijvers en tijdschriften tussen 1949 en 1951, Piet Calis, 2000
- Citaat van Corneille beschrijft hun reis naar Denemarken door naoorlogs Duitsland; wat ze daar zagen maakte veel indruk op Karel Appel, Constant Nieuwenhuis en Corneille en zou in hun werk terugkomen
1955 - 1970[bewerken]
- „[Ik voel me verwant] aan de futuristen die de beweging wilden maar zij wilden alléén de snelheid en de heftigheid, ik wil ook de rust. Misschien lijk ik daarin meer op Mondriaan dan je denkt.”
- Bron: Corneille, c. 1960-61;
- Aanhaling(en): W.A.L. Beeren, 'Signalement van Corneille', in Museumjournaal, serie 7, juli 1961
- Citaat van Corneille schetst het gebied tussen beweging en rust als het favoriete gebied waar hij zich graag bevond - ook in zijn schilderen
- „Wij gebruikten alles, hielden van alles. Van kindertekeningen, folklore, tekeningen van krankzinnigen, negermaskers. Van alles wat de kortste afstand had afgelegd tussen aandrift en beeld. Wat zuiver en door de cultuur onbesmet was. Zo wilden wij werken.”
- Bron: Corneille, c. 1960-61; 'Signalement van Corneille in Museumjournaal, serie 7, juli 1961
- Aanhaling(en): Erik Slagter, 'De kunst na de bevrijding: experimenten in woord en beeld', in Streven, Jaargang 23 (1969-1970)
- Citaat van Corneille beschrijft de werkwijze en houding van de Cobra-kunstenaars, c. 1948-52
- „De vogel, en dat geldt ook voor mezelf, is degene die altijd op speurtocht is, die 'voedsel' moet zoeken en vinden en degene die alsmaar moet vliegen en niet zonder beweging kan.”
- Bron: Corneille, c. 1965; in 'Corneille, zijn wereld - Gele vogels en verre verhalen. 22 sept. 2018 t/m 3 febr. 2019; website Stedelijk museum, Schiedam
- Aanhaling(en): onbekend
- Citaat van Corneille haalt, zoals zo vaak, 'de vogel' aan als zijn grote fascinatie en inspiratie; de vogel is zijn verbeelding van vrijheid en grote beweeglijkheid
na 1970[bewerken]
- „Zo'n das [de zog. 'Corneille-das' waar hij het design voor maakte, c. 1985] levert mij vrijwel niets op, hoogstens tienduizend gulden. Het gaat mij om de creativiteit, en creativiteit zit overal in. Je kan een huid beschilderen, de straat, een vrouwelijk lichaam, waarom dus geen stropdas? Ik weet zeker dat Rembrandt ook een stropdas zou hebben beschilderd.. .Door de critici werd en word ik van hoererij beschuldigd. Maar het is toch fantastisch als een kunstenaar zijn stempel op een dagelijks object drukt, of het nu een glas, een fles, een stoel of een vliegtuig is. Ik heb een vleugel beschilderd]. Heb ik de muziek daar soms geweld mee aangedaan?”
- Bron: Corneille, in interview 'ik een hoer?', de 'Groene Amsterdammer' nr. 43], 25 oktober 1995
- Aanhaling(en): Arthur van Amerongen, in interview 'ik een hoer?', de 'Groene Amsterdammer' nr. 43, 25 oktober 1995
- Citaat van Corneille waarin hij zich verdedigt over het maken van een stropdas-design
- „De oorlog [1940-45] heeft Karel Appel en mij niet geinspireerd, althans niet het geweld en de ellende. Alleen bij Constant [Nieuwenhuys] vind je daar iets van terug, donkere, sombere doeken. Karel en ik waren meer van de blije trant, we schilderden vogels en katten. We wilden het leven weer aanpakken. Waar waren de poezen en de honden in de oorlog? Die waren opgegeten, net als de vogels. Als je een hond op straat zag lopen, dacht je: een paar kilo vlees op poten. Waarschijnlijk zijn we daarom die beesten gaan schilderen, omdat je ze niet meer zag op straat.”
- Bron: Corneille, in interview 'ik een hoer?', de 'Groene Amsterdammer' nr. 43, 25 oktober 1995
- Aanhaling(en): Arthur van Amerongen, in interview 'ik een hoer?', de 'Groene Amsterdammer' nr. 43, 25 oktober 1995
- Citaat van Corneille dat terugkijkt op het schilderen van de vele beesten door de Cobra-kunstenaars, kort na 1945
Externe links[bewerken]
- veel afbeeldingen van zijn werken; op website Dordrechts museum
![]() |
Wikipedia heeft een artikel over Corneille (kunstschilder). |
![]() |
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden in de categorie Corneille (kunstschilder) van Wikimedia Commons. |