Naar inhoud springen

Constant Nieuwenhuys

Uit Wikiquote
Constant Nieuwenhuijs, 1974
Informatie bij zusterprojecten:
artikel in Wikipedia
media bij Commons
Informatie in externe bronnen:
BP pagina in Biografisch portaal
DBNL pagina in DBNL
KB pagina in KB-catalogus
RKD pagina in RKD

Constant Nieuwenhuijs (Amsterdam, 21 juli 1920 – Utrecht 1 augustus , 3 mei 2006) was een Nederlands beeldend kunstenaar, auteur en muzikant..

Citaten van Constant Nieuwenhuijs - chronologisch

[bewerken]

1945 - 1955

[bewerken]
  • „Onze kunst is de kunst van een omwentelingsperiode, tegelijkertijd de reactie op een ondergaande wereld en de aankondiging van een nieuwe [..] De culturele leegte heeft zich nog nooit zo sterk [doen gevoelen] [..] De kunstenaars van na deze oorlog [..] zien zich geplaatst tegenover een wereld van décors en schijn façades, waarmede ieder contact is verbroken en waarin ieder geloof is verloren.”
  • Bron: Constant Nieuwenhuijs, 'Manifest', in de eerste publicatie van Reflex, 1948
  • Aanhaling(en): E.H. Kossmann, 'Nederland in de eerste naoorlogse jaren', in Cobra - 40 jaar later / 40 years later, red. Chris van der Heijden; Sdu uitgeverij Den Haag, 1988, pp. 9 + 11; ISBN 90-12-05914-3
  • Constant plaatste hiermee het werk van de kunstenaars van de Experimentele Groep in 1948 - drie jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog
  • „Een schilderij is niet een bouwsel van kleuren en lijnen, maar een dier, een nacht, een schreeuw, een mens of dat alles samen. [..] en daarom kan men zeggen dat de beeldende kunst na een periode waarin zij NIETS voorstelde, thans een periode is ingegaan waarin zij alles voorstelt.”
  • Bron: Constant Nieuwenhuijs, zijn 'Manifest', in eerste uitgave van Reflex, 1948 - tijdschrift van de Experimentele Groep
  • Aanhaling(en): Ad Visser, in De Tweede helft – beeldende kunst na 1945, uitgeverij SUN, Nijmegen 1998, pp. 61-62; ISBN 90-6168-614-8
  • Citaat van Constant Nieuwenhuijs verwijst naar het instinctmatige van de nieuwe kunst, wat Constant en de andere kunstenaars van de Experimentele Groep voorstond als uitgangspunt
  • „Het kind kent geen andere wet dan zijn spontaan levensgevoel en heeft geen andere behoefte dan dit te uiten. Hetzelfde geldt voor de primitieve culturen, en het is deze eigenschap ook, die deze culturen een zo grote bekoring verleent voor de mens van heden die in een morbide sfeer van onechtheid, leugen en onvruchtbaarheid moet leven.”
  • Bron: Constant Nieuwenhuijs, uit zijn 'Manifest' van de eerste uitgave van Reflex, 1948 - tijdschrift van de Experimentele Groep
  • Aanhaling(en): website Kunstbus: 'Constant A. Nieuwenhuis (of Nieuwenhuys)', 7 februari 2009
  • Citaat van Constant Nieuwenhuijs belicht de rol van de spontaniteit van het kind, wat later sterk door Cobra zou worden overgenomen en doorgezet, tot aan opnemen van kindertekeningen toe
  • „Laten wij het maagdelijke doek van Mondriaan vullen, al was het maar met onze ellende. Al kunnen we het niet, weten we niet wat het wordt, we moeten het toch vullen, we kunnen niet stil blijven staan en eens voor altijd weten hoe kunst moet zijn.”
  • Bron: Constant Nieuwenhuijs, 'C'est notre désir qui fait la révolution', in Cobra, nr. 4., 1949
  • Aanhaling(en): Ad Visser, in De Tweede helft – beeldende kunst na 1945, uitgeverij SUN, Nijmegen 1998, p. 62; ISBN 90-6168-614-8
  • Citaat van Constant Nieuwenhuijs verwijst naar de kunst van Mondriaan, die graag met grote en eeuwige waarheden werkte
  • „Onze cultuur is in wezen reeds gestorven. De nog overeind staande façaden kunnen morgen door de atoombom omvergeblazen worden.. [..] Alle zekerheden zijn ons ontvallen en geen enkel geloof rest ons meer. Slechts dit ene: dat wij leven en dat het tot het wezen van het leven behoort zich te manifesteren [..] Het instinct begeeft zich niet langs geestelijke paden, maar is materialistisch, vindt zijn uitdrukking in zijn verhouding tot de stof, en hiermede ontstaat een nieuwe formulering voor de vitale manifestatie: "de sensatie van de materie".”
  • Bron: Constant Nieuwenhuijs,
  • Aanhaling(en): Theo J. v.d. Wal, in zijn artikel 'Constant Nieuwenhuis', Alkmaarse Courant 1949
  • Citaat van Constant Nieuwenhuijs benadrukt zowel de materie als het instinct als wezenlijke krachten in de kunst
  • „Een schilderij kan zijn een ruimte waarin zich figuren bewegen, maar ook verf, et rien de plus [en verder niets]. En dát is het belangrijkste: dat wij ons zo tot onze materie zijn gaan verhouden, zo intens, dat àlles in die materie is gevaren, omdat wij, na een klodder verf te hebben uitgestreken, onszelf geheel en al in die klodder terugvinden.”
  • Bron: Constant Nieuwenhuijs,
  • Aanhaling(en): Theo J. v.d. Wal, in zijn artikel 'Constant Nieuwenhuis', Alkmaarse Courant 1949
  • Citaat van Constant Nieuwenhuijs benadrukt de verf als materie; in principe zijn er geen afbeeldingen nodig
  • „We zijn, door de structuur onzer maatschappij zeker nog niet vrij, maar "we werken voor de wereld van morgen". Een nieuwe maatschappij komt na deze en dan zal de mens van nature doen wat van ons thans een hevige strijd vergt: "een levend wezen zijn"”
  • Bron: Constant Nieuwenhuijs,
  • Aanhaling(en): Theo J. v.d. Wal, in zijn artikel 'Constant Nieuwenhuis', Alkmaarse Courant 1949
  • Citaat van Constant Nieuwenhuijs geeft zijn sterke toekomstgerichtheid weer, die hij later in zijn 'Nieuw-Babylon' project zou verbeelden vanaf c. 1952
  • „Beste Jan [Elburg] en Lotte, ik ben je niet vergeten en je gedicht ook niet. Ik ben er voortdurend mee bezig, heb talloze schetsen gemaakt en zal de uitgave zeker tot stand brengen [..] Ik bewonder je gedicht zeer Jan, en ben blij met je te kunnen samenwerken.”
  • Bron: Constant Nieuwenhuis, briefkaart Parijs 1952, aan Jan Elburg, Amsterdam
  • Aanhaling(en): De A van Cobra in woord en beeld, red. Ed Wingen; Jaski Art Gallery, uitgave van Unique International, p. 180; ISBN 72382
  • Resultaat van hun samenwerking werd de lithomap Het uitzicht van de Duif met tekst van Jan Elburg en litho's van Constant; uitgave van Galerie 'Le Canard', Amsterdam, 1952

'New Babylon', 1955 - 1969

[bewerken]
  • „Alles moet mogelijk blijven, alles moet kunnen gebeuren, de omgeving wordt gecreëerd door de activiteiten van het leven en niet andersom”
  • Bron: Constant Nieuwenhuijs, c. 1955
  • Aanhaling(en): A. Schuurman, in haar pre-masterscriptie Grote Idealen naar kleine verhalen', 20017, Faculty of Humanities Theses
  • Citaat van Constant geeft de beoogde menselijke vrijheid aan die hij in zijn utopische 'Nieuw-Babylon' project wilde verbeelden; N.B: Schuurman is 60 jaar later vrij kritisch over de praktische werkbaarheid van dit project
  • „zien wij in dergelijke gigantische constructies de mogelijkheid van een overwinning op de natuur, doordat wij het klimaat, het licht, het geluid in die verschillende ruimte naar onze wensen kunnen regelen.”
  • Bron: Constant Nieuwenhuijs, 1959: uit zijn tekst 'Een nieuwe stad voor een nieuw leven, 1959' - geciteerd in Constant. New Babylon. Aan ons de vrijheid (Gemeentemuseum DH, Hannibal 2016), pp.206-209
  • Aanhaling(en): Jeroen Kuiper (onafhankelijk 'filosoof'), in 'Constant, New Babylon' - 31 juli 2016
  • Citaat van Constant licht de bedoeling van zijn meerjarige Nieuw-Babylon project toe
  • „De enig handeling buiten bereik van de automatisering is de unieke handeling van de verbeelding, waardoor de mens zich onderscheidt. Het enige gebied waar de computer niks vermag, is dat van de niet te voorziene creativiteit waarmee de mens de wereld verandert en herschept naar zijn grillige behoeften.”
  • Bron: Constant Nieuwenhuijs, 1963: uit zijn lezing voor het Institute of Contemporary Arts (ICA) in London - geciteerd in Constant. New Babylon. Aan ons de vrijheid (Gemeentemuseum DH, Hannibal 2016), pp. 210-215
  • Aanhaling(en): Jeroen Kuiper (onafhankelijk 'filosoof'), in 'Constant, New Babylon' - 31 juli 2016
  • Citaat van Constant focust op de ontsnappende rol van de verbeelding
  • „New Babylon biedt slechts minimale voorwaarden voor een gedrag dat zo vrij mogelijk moet blijven. Elke beperking met betrekking tot bewegingsvrijheid, elke beperking met betrekking tot het creëren van stemming en atmosfeer moet worden verhinderd. Alles moet mogelijk blijven, alles moet kunnen gebeuren, de omgeving wordt gecreëerd door de activiteiten van het leven en niet andersom.”
  • Bron: Constant Nieuwenhuijs, c. 1960-70
  • Aanhaling(en): Rieke Vos, 'Amsterdam 2040: Een visie in 5 stappen' 1., Amsterdam, 2015
  • New Babylon was Constant's model voor een open en regel-vrije omgeving; als utopische idee heeft het als voorbeeld en inspiratie gediend voor veel latere (stedenbouwkundige) projecten
  • „Elk moment van het leven in New Babylon is als het ware een hersenspoeling, in die zin dat de intensiteit van elk moment de herinnering wist, die verlammend werkt op de creatieve verbeelding.”
  • Bron: Constant Nieuwenhuijs, 1980: 'Nieuw Babylon na tien jaren'. Lezing gehouden aan de afdeling Bouwkunde van de TH Delft, 23 mei 1980 - geciteerd in Constant. New Babylon. Aan ons de vrijheid (Gemeentemuseum DH, Hannibal 2016), p. 214
  • Aanhaling(en): Jeroen Kuiper (onafhankelijk 'filosoof'), in 'Constant, New Babylon' - 31 juli 2016
  • Citaat van Constant belicht de rol van 'het moment' in zijn Nieuw-Babylon project, die de herinnering uitvlakt en zo verbeelding mogelijk maakt
  • „Het werk van de experimentele kunstenaar was een spiegelbeeld van de veranderingen, die zich in de voorafgaande jaren in de schoonheidsbeleving hadden voltrokken. De steeds snellere aanvaarding van de anti-stijlen waarin zij hadden gewerkt, had geleid tot een grillige ontwikkeling in de recente geschiedenis van de kunst.”
  • Bron: Constant Nieuwenhuijs 1965, 'De dialektiek van het experiment', in Inleiding', catalogus van overzichtstentoonstelling 'Constant', Haags Gemeentemuseum, 1965
  • Aanhaling(en): Ruimte voor Kunst en Cultuur, 'Constant Nieuwenhuys'
  • Citaat van Constant geeft in wezen commentaar op zijn eigen vroegere stellingname, tijdens zijn Cobra-periode
  • „..het wordt hoog tijd om duidelijk vast te stellen dat er geen experimentele kunst bestaat, dat er nooit een experimentele kunst bestaan heeft. De kunstenaars die zichzelf, kort na de oorlog, met de naam "experimentelen" aangeduid hebben, deden dit om hun scepticisme ten aanzien van iedere stijl, van iedere stilistische vernieuwing überhaupt, tot uitdrukking te brengen.”
  • Bron: Constant Nieuwenhuijs 1965, 'De dialektiek van het experiment', in Inleiding', catalogus van overzichtstentoonstelling 'Constant', Haags Gemeentemuseum, 1965
  • Aanhaling(en): Erik Slagter, 'In het teken van de taal: Gerrit Kouwenaar en Constant Nieuwenhuys', Streven, jaargang 25 (1971-1972), p. 355
  • Constant kijkt hiermee terug op de Cobra-periode, met de toen-verwante stromingen

1970 en later

[bewerken]
  • „Het is hier [in depot van Gemeentemuseum Den Haag] veilig opgeborgen, wachtend op gunstiger tijden en toekomstige generaties.”
  • Bron: Constant Nieuwenhuijs, 1974; aangehaald op web-pagina van Gemeentemuseum: 'Nieuw-Babylon'
  • Aanhaling(en): onbekend
  • Citaat van Constant beschrijft hoe na zijn New Babylon-tentoonstelling in het Gemeentemuseum Den Haag in 1974, het grootste deel van zijn omvangrijke project achter blijft in het museum, door hem geschonken. Constant wilde zijn atelier leeg hebben om weer te kunnen schilderen
  • „Wat ik nu maak, is een reactie op cerebrale kunst als die van Sol Lewitt – met duizenden streepjes op de muur of zo.”
  • Bron: Dolf Welling, 'Terug naar de Cultuur', in Haagsche Courant], 28 oktober 1976
  • Aanhaling(en): Gemeentemuseum Den Haag, 'Het nieuwe Schilderen van Constant, in Constant-krant van het Gemeentemuseum, december 2005


Constant in Collection d'art, 9e jaargang, editie nr. 5, maart 1978
  • De selectie citaten geeft inzicht in de werkwijze van Constant in de jaren 1970-80. Zij tonen het duidelijke onderscheid met zijn werkwijze van het vroegere Cobra-schilderen. Daartussenin lagen nog zijn 'New Babylon-jaren (1956 - 1969), zonder schilderen
  • „Ja, ik voel mij een schilder ook al is tekenen heel belangrijk voor mij, dat [tekenen] loopt als een rode draad door mijn leven. Altijd heb ik tekeningen gemaakt. Notities, vogelvluchten in schetsboeken die ik altijd bij me draag. Tekenen is zo’n natuurlijke handeling.”
  • Citaat over de verhouding tekenen en schilderen
  • „Schilders die hun emoties ogenblikkelijk opkladden vind ik marginale kunstenaars. Alleen maar schilder zijn, met verf smijten, ik zou het niet kunnen. Denk aan Michelangelo, Leonardo da Vinci, Dürer. Die dachten na over dingen die zoveel verder reikten dan kunst en waren tegelijk fantastische kunstenaars.”
  • Citaat over zijn latere afstand tot Cobra
  • „Ik vind dat het maken van een schilderij veel voorbereiding en veel studie vereist. Als je begint moet je direct al kiezen. Weten of je zo of zo iets wilt uitbeelden. [..] En dan moet je al een heleboel in je hoofd hebben om te weten wat je gaat doen. Je moet een ontzettend goed plan hebben.”
  • Citaat over de doordachte start van zijn schilderen
  • „Soms zijn mijn schilderijen ook bijna tekeningen met verf. Aquarelleren doe ik met groot plezier. Mijn aquarellen zijn nooit voorstudies. Mijn creativiteit is vrijer bij een aquarel, ik durf daarbij veel meer dan bij een olieverf. [..] Van de twintig aquarellen verscheur ik soms vijftien om de vijf beste te houden.”
  • Citaat over zijn losse werkwijze met aquarel-verf
  • Bron: Constant, interview tekst voor Collection d'Art, 1978
  • Aanhaling(en): Gemeentemuseum Den Haag, 'Ode aan Constant' in Constantkkrant, november 2005


  • „Sinds het woord 'avant-garde' zijn intrede heeft gedaan in de kunstliteratuur, is dit woord niet meer van de lucht geweest en telt geen kunstwerk meer mee waar dit etiket niet kan worden opgeplakt. [..] De moderne kunst is de make-up van een maatschappij die op sterven ligt. Het museum voor moderne kunst is een anachronisme.”
  • Bron: Constant Nieuwenhuijs, 'A propos de Cézanne', 28 mei 1978 (bibliofiele uitgave)
  • Aanhaling(en): Hollands Maandblad, 'A propos de Cézanne', 1985
  • slotzinnen van zijn aantekeningen over Cézanne die hij schreef naar aanleiding van de tentoonstelling 'Cézanne, les dernières années', 1895-1906'’, van 20 april tot 23 juli 1978 in het Grand Palais in Parijs
  • „Onderweg zagen we op een perron in Duitsland bedelende kinderen wat op Appel een diepe indruk maakte. Hij had toen al een opdracht om voor de kantine van het stadhuis [van Amsterdam] een schildering te maken. Dat werd toen 'Vragende kinderen'.”
  • Bron: Constant Nieuwenhuijs 1999, in een gesprek met Piet Calis
  • Aanhaling(en): Piet Calis, in Het elektrisch bestaan. Schrijvers en tijdschriften tussen 1949 en 1951, (2001)
  • Dit citaat van Constant slaat op hun reis in 1948 naar de Cobra-leden in Denemarken; enkele maanden later - in maart 1949 - zou Karel Appel zijn bekende wandschildering 'Vragende kinderen' voltooien.

Citaten over Constant Nieuwenhuijs - chronologisch

[bewerken]
  • „Er zijn slechts enkele jongeren in ons land waarvan men kan zeggen dat zij waarachtige kunstenaars zijn, Constant Nieuwenhuys behoort tot hen. Hij heeft bewust de strijd tegen het naturalisme aangebonden. Waar hij de nadruk op legt is dat het schilderen, de manifestatie in verf, even instinctief behoort te zijn als de vitale driften van zelfbehoud en voortplanting.”
  • Bron: Theo J. v.d. Wal, in zijn artikel 'Constant Nieuwenhuis', Alkmaarse Courant 1949
  • Aanhaling(en): Stichting Constant, 'Archief Theo J. v.d. Wal - nr. 833
  • Citaat van kunst-recensent Theo J. v.d. Wal, die voor die tijd opvallend positief reageert op de kunst en het streven van Constant Nieuwenhuys
  • „Constant placht roodgloeiend en wanhopig te worden omdat Karel Appel hem, wat motieven betreft, schaamteloos hinderlijk bleef volgen. 'Je schildert me na!' foeterde hij stotterend. 'Toen ik een paar maanden geleden vogelpootjes en -bekkies schilderde moest jij ook opeens vogelpootjes en -bekkies schilderen; en nou ik met wieletjes ben begonnen, kom jij óók opeens met wieletjes!'”
  • „Sommige mensen beschouwen Constant's latere werk als een terugkeer naar traditie. Ik, echter, deel deze mening geenszins. Ik beschouw zijn ontwikkeling vanaf de jaren [19]zeventig als een dieper binnen dringen in de tuin der schilderkunst.”
  • Bron: Rudi Fuchs, in zijn Voorwoord van de expositie-catalogus Constant. Schilderijen 1948-1995, M. Hummelink; Stedelijk Museum Amsterdam, 1995, p. 4
  • Aanhaling(en): onbekend
  • Citaat van Fuchs verwijst naar de latere, meer figuratieve schildersperiode van Constant, waarvoor hij inspiratie vond bij klassieke Italiaanse werken zoals de 'Pietà' van Titiaan, tijdens zijn Italië-reis in 1966
  • „Hij was een soort schooljongen nog. Hij woonde ergens in een ateliertje in de Pijp (in Amsterdam) en kwam ook bij ons thuis eten, [c. 1939]. Hij zag er een beetje uit als een ouderwetse artiest: zo had hij soms geen sokken aan. Ik vond hem wel buitengewoon interessant en aardig.. ..”
  • „Na de oorlog zag ik hem geregeld. In die tijd kwam hij een keer met Corneille bij me en zei: "Wil je meewerken? We hebben een blad en er moeten ook dichters bij zijn." Dat [blad] was dan 'Reflex'. Hij kende mij als een linkse jongen en dat was hijzelf natuurlijk ook. Ik heb hem daarna in contact gebracht met Jan Elburg - dat was bij mij thuis op de Kloveniersburgwal - en later met Lucebert. En dat is eigenlijk de start van onze medewerking aan die experimentele groep geweest.’”

{{Citaat | tekst = 'Ik heb om te kunnen werken verre of vreemde streken niet nodig, en wel, omdat alles vreemd is. Zeker, de vormen verschillen, het mysterie blijft echter hetzelfde, hier en overal en vooral dat, wat wij ons 'eigen ik' noemen. Natuurlijk heb ik hier en daar wat rondgezworven, om toch tot de conclusie te komen, dat ik, tegen wil en dank altijd op reis ben en wel op een planeet in het heelal' | bron = Jaap Nanninga, | aangehaald = Erik Slagter, 'Nanninga - schilder, painter, peintre', Openbaar Kunstbezit, ISBN 1987 ISBN 90 6515 050 1

[bewerken]