Charlotte van Pallandt

Uit Wikiquote
Foto van Charlotte van Palland, aan het werk in haar atelier in Parijs - circa 1938
Informatie bij zusterprojecten:
artikel in Wikipedia
media bij Commons
Informatie in externe bronnen:
BP pagina in Biografisch portaal
DBNL pagina in DBNL
KB pagina in KB-catalogus
RKD pagina in RKD

Charlotte van Pallandt (Arnhem, 24 september 1898 - Noordwijk, 30 juli 1997) was vanaf c. 1928 beeldhouwster en voorheen ook kunstschilder. Zij is één van de belangrijke Nederlandse figuratieve beeldhouwers van de twintigste eeuw..

Citaten van Charlotte van Pallandt - chronologisch[bewerken]

Citaten, tot 1939[bewerken]

  • „Soms kan men neus, mond, kin Alles ineen laten overvloeien - in een rythme; men moet goed voelen 't modelé, 't sculpturale in de teekening [..] Ik moet sculpturale teekeningen maken, teekeningen waarin men voelt 't beeld komen [..] geen teekeningen die voor schilderijen dienen moeten.”
  • Bron: Charlotte van Pallandt c. 1926, werknotitie in haar getekende studie van een zittend model
  • Aanhaling(en): Maarten Jager, Charlotte van Pallandt : kunst als levensdoel, eindred. Ingrid Renkers; De Fundatie Zwolle & Uitgeverij Waanders en De Kunst, 2019, p. 17; ISBN 978 94 6262 236 4
  • In de jaren tot circa 1927-29 schilderde en tekende Van Pallandt ook veel, zoals 'Vrouw met gitaar' uit 1927 laat zien. Zij wilde daarom een duidelijk onderscheid tussen haar 'schetsen voor schilderen' en 'schetsen voor beeldhouwen'
  • „Mager houden, anders wordt ze te kort [..] Niet alles teveel aan elkaar doen; dat kan [later] in de steen.”
  • Bron: Charlotte van Pallandt, aantekening naast schets in haar schetsboek, c. 1927
  • Aanhaling(en): Maarten Jager, Charlotte van Pallandt : kunst als levensdoel, eindred. Ingrid Renkers; De Fundatie Zwolle & Uitgeverij Waanders en De Kunst, 2019, p. 23; ISBN 978 94 6262 236 4
  • Deze korte aantekeningen staan opzij van haar potloodschets van een naakt vrouwelijk model uit c. 1927. Het zijn opmerkingen naar haarzelf - waarmee ze zichzelf extra op wil attenderen bij haar werk
  • „Ik kon goed op mezelf zijn [in Parijs]. Je behoort er tot de verloren massa. Het is heerlijk werken in Parijs, je bent er zo geïsoleerd. Gezelligheid en comfort zijn grote vijanden van creativiteit.”
  • Bron: Maarten Jager, Charlotte van Pallandt : kunst als levensdoel, eindred. Ingrid Renkers; De Fundatie Zwolle & Uitgeverij Waanders en De Kunst, 2019, p. 22; ISBN 978 94 6262 236 4
  • Aanhaling(en): 'Leven, 1920-1930', website Stichting Charlotte van Pallandt
  • In 1926 trok ze met haar nieuwe vriend Henry Morton vanuit Zwitserland naar Parijs, waar ze zich vooral op haar eigen creatieve ontwikkeling stortte, en veel minder het sociale leven opzocht
  • „Van voren i [eerst?] alle punten opzoeken / verhouding van hele [lijf?] met hoofd, niet teveel afwijking met de natuur / de jukbeenderen erg belangrijk / de tepels op hun plaats [..] eveneens de kop in verhouding met de hals, de schouderbladen in verhouding met clavicules [= sleutelbeen] / de halswervel op z'n plaats – ERG letten op de hals – achterhoofd – vlug werken”
  • Bron: Charlotte van Pallandt, schetsblad met werk-notities, c. 1935
  • Aanhaling(en): Stichting Charlotte van Pallandt, ''1930 - 1940'
  • Deze werknotities geven een goede indruk van haar aandachtspunten in het werkproces van een beeld, waarbij ze zichzelf desondanks wel toespreekt om er het nodige tempo in te houden; anders verstart de boel teveel

Citaten, vanaf 1939[bewerken]

  • „Het is de koningin [Wilhelmina ] bij haar terugkeer uit Engeland. Wat ik heb willen accentueren is die houding, haar persoonlijkheid. Van het begin af aan heb ik het beeld monumentaal gezien in de vorm van een driehoek. [..] Ik heb alle details laten vallen.”
  • Bron: Ed Wingen, 'Ik heb haar houding willen accentueren', in De Telegraaf, 12 oktober 1968
  • Aanhaling(en): Gedenk-cultuur, 'Wilhelmina standbeeld Charlotte van Pallandt', website Gedenk-cultuur
  • Koningin Juliana had aanvankelijk nog bezwaren tegen het ontwerp - voornamelijk wat betreft het gezicht van haar moeder. Van Pallandt heeft daarna nog details daarin weggelaten, waardoor het gezicht één totale vorm is geworden; Juliana was daar erg tevreden over en vond het beeld 'precies mijn moeder'
  • „Ik hou van [Henri] Moore en Marini - eigenlijk het mooiste dat er is - en van [El] Greco, die portretjes geweldig, en natuurlijk van Malfray.”
  • Bron: Ed Wingen, 'Ik heb haar houding willen accentueren', in De Telegraaf, 12 oktober 1968
  • Aanhaling(en): Maarten Jager, Charlotte van Pallandt : kunst als levensdoel, eindred. Ingrid Renkers; De Fundatie Zwolle & Uitgeverij Waanders en De Kunst, 2019, p. 720; ISBN 978 94 6262 236 4
  • Haar meest geliefde kunstenaars op een rijtje van vier; Malfray was haar voormalige geliefde docent beeldhouwen in Parijs
  • „Ik had Engelse en Franse gouvernantes [..] Voor mijn doen heb ik mij ontzettend losgemaakt. Al denk ik wel 'ns dat ik mij veel meer los moest maken, nog veel vrijer Ik heb 't gevoel dat je altijd dóór kunt gaan. [..] Ik mocht niet naar de Rijksacademie. Nee, ik heb nooit heimwee gehad, integendeel, ik zocht en vond een bevrijding.”
  • Bron: T. Neelissen 'Charlotte van Pallandt: In een flits alle dingen tegelijk zien..', in Accent, 2 november 1968, pp. 28-29
  • Aanhaling(en): Maarten Jager, Charlotte van Pallandt : kunst als levensdoel, eindred. Ingrid Renkers; De Fundatie Zwolle & Uitgeverij Waanders en De Kunst, 2019, p. 20; ISBN 978 94 6262 236 4
  • Van Pallandt kwam uit een aristocratisch milieu, met alle nodige verplichtingen en grenzen die daarbij hoorden
  • „Je móet wel eerlijk zijn, eerlijk met jezelf of niet.”
  • Bron: T. Neelissen 'Charlotte van Pallandt: In een flits alle dingen tegelijk zien..', in Accent, 2 november 1968, pp. 28-29
  • Aanhaling(en): Maarten Jager, Charlotte van Pallandt : kunst als levensdoel, eindred. Ingrid Renkers; De Fundatie Zwolle & Uitgeverij Waanders en De Kunst, 2019, p. 20; ISBN 978 94 6262 236 4
  • Voor zichzelf moest ze kiezen voor het kunstenaarschap: aanvankelijk het schilderen, en later het beeldhouwen. In 1926 trok ze daarom naar Parijs
  • „Op zondag zag ik mijn familie [in Parijs]. Zo nu en dan bezocht ik musea's en een enkele keer naar een theatre. Met [Charles] Malfray ben ik bevriend geworden en zag hem veel. Ik had wel moeite mij te isooleren om te kunnen werken. Aan alle kanten werd aan mij getrokken”
  • Bron: Charlotte van Pallandt, brief in 1974, aan Lambert Tegenbosch
  • Aanhaling(en): Maarten Jager, Charlotte van Pallandt : kunst als levensdoel , eindred. Ingrid Renkers; De Fundatie Zwolle & Uitgeverij Waanders en De Kunst, 2019, p. 22; ISBN 978 94 6262 236 4
  • In 1992 noemde Van Pallandt haar vooroorlogse jaren in Parijs haar gelukkigste jaren vaN HAAR LEVEN, omdat ze er zo anoniem was; niemand wist van haar adellijke afkomst of van haar scheiding, voegde ze nog toe. Van Malfray kreeg ze veel instructies over het beeldhouwen
  • „Eerst wilde ik werken bij Zadkine (Parijs, circa 1927-29). Toen zag ik in het atelier van de leerlingen 50 Zadkine’s. Daar moest ik niets van hebben. Daarna ben ik gegaan naar Malfray. Die liet je helemaal vrij; je moest je eigen weg gaan. Dat was zo boeiend eigenlijk.”
  • Bron: Hans Claessen, documentaire 'In steen en brons', Tros televisie, 1978
  • Aanhaling(en): Maarten Jager , Charlotte van Pallandt : kunst als levensdoel, eindred. Ingrid Renkers; De Fundatie Zwolle & Uitgeverij Waanders en De Kunst, 2019; p. 16 ISBN 978 94 6262 236 4
  • Charles Malfray was een gematigd kubistisch beeldhouwer in Parijs; Van Pallandt heeft in haar latere loopbaan veel van zijn instructies overgenomen
  • „Zij was een boeiend, geestig, levend mens. Truus [Trompert] was een model dat zo inspirerend werkte, iedere stand die zij innam was schitterend. Je zag meteen een beeld voor je. Dat heb je niet met iedereen. Zij was ook een mooi mens, heel plastisch en geweldig soepel [..] Het was duidelijk dat zij er plezier in had, in het poseren, iets wat niet geldt voor alle modellen. Zij werkte altijd erg mee.”
  • Bron: Hans Claessen, documentaire 'In steen en brons', Tros televisie, 1978
  • Aanhaling(en): Maarten Jager, Charlotte van Pallandt : kunst als levensdoel, eindred. Ingrid Renkers; De Fundatie Zwolle & Uitgeverij Waanders en De Kunst, 2019, p. 50; ISBN 978 94 6262 236 4
  • 'Truus' (Trompers) werd door veel beeldhouwers in Amsterdam gewaardeerd, maar door Charlotte van Pallandt heel uitbundig; zij heeft vele malen voor haar model gestaan en gezeten
  • „Je krijgt een sterke impressie van iemand en die moet je proberen vol te houden gedurende het hele werk. Het hoeft geen imitatie te worden van een gezicht, maar wel begin ik heel realistisch. En dan volgens er zes of zeven versies. Hoe langer je eraan werkt hoe meer er geabstraheerd wordt eigenlijk. Dan ga je net zo lang door en zeg je pas wat je wilt zeggen. [..] Bij het portret moet je onmiddellijk iets zien dat buiten de gelijkenis omgaat en dat moet je maken.”
  • Bron: Hans Claessen, documentaire 'In steen en brons', Tros televisie, 1978
  • Aanhaling(en): Maarten Jager, Charlotte van Pallandt : kunst als levensdoel, eindred. Ingrid Renkers; De Fundatie Zwolle & Uitgeverij Waanders en De Kunst, 2019, pp. 94+84; ISBN 978 94 6262 236 4
  • Van Pallandt werd in de documentaire gevraagd waaraan zij vooral aandacht besteedde, in haar portretkunst
  • „'t Gaat om de vorm bij mij, hoe verkrijg ik een prachtige gespannen vorm om tot een sterke expressie te komen – die enigszins benadert wat ik voel, o.a. door een drie-dimensionale compositie. Volumes hangen met elkaar in nauw verband.”
  • Bron: Charlotte van Pallandt 1981, statement in Charlotte van Pallandt beelden en tekeningen, catalogus van overzichtstentoonstelling, Stedelijk Museum Amsterdam, 1981
  • Aanhaling(en): Maarten Jager, Charlotte van Pallandt : kunst als levensdoel, eindred. Ingrid Renkers; De Fundatie Zwolle & Uitgeverij Waanders en De Kunst, 2019, p. 30; ISBN 978 94 6262 236 4
  • Van Pallandt werkte altijd met een inwendige constructie van waaruit vervolgens de volumes en de onderdelen van het beeld werden opgebouwd
  • „Die drie-dimensinale compositie is één kant van 't beeldhouwen, en een zeer boeiende en belangrijke kant. [..] Ook moet een beeld zoveel mogelijk licht opvangen. – vanuit de verte moet het niet grijs aandoen. Van 't beeld van Koningin Wilhelmina maakte ik een driehoek – van 't hoofd tot aan de voeten vangt ze licht op.”
  • Bron: Charlotte van Pallandt 1981, statement in Charlotte van Pallandt beelden en tekeningen, catalogus van overzichtstentoonstelling, Stedelijk Museum Amsterdam, 1981
  • Aanhaling(en): Maarten Jager, Charlotte van Pallandt : kunst als levensdoel, eindred. Ingrid Renkers; De Fundatie Zwolle & Uitgeverij Waanders en De Kunst, 2019, p. 30; ISBN 978 94 6262 236 4
  • Het beeld van Koningin Wilhelmina is zowel in steen als (later) in brons uitgevoerd - en staat respectievelijk in Rotterdam en Den Haag. Van Pallandt was uiterst alert op de lichtwerking van een 3-dimensionaal beeld
  • „In Amsterdam is Carasso voor mij opgekomen. Als vrouw is het mij zeker kwalijk genomen, dat ik beeldhouwster was. En ook om mijn naam. Als zij mij niet hadden geaccepteerd, dan was ik toch gewoon doorgegaan. Voor mijn plezier. Tot voor tien jaar (tot 1971) werkte ik ’s ochtends, ’s middags en ’s avonds.”
  • Bron: J.B. Klaster, (interview) 'Beeldhouwen moet niet gezellig worden', in Het Parool, 9 oktober 1981
  • Aanhaling(en): Maarten Jager, Charlotte van Pallandt : kunst als levensdoel, eindred. Ingrid Renkers; De Fundatie Zwolle & Uitgeverij Waanders en De Kunst, 2019, p. 10; ISBN 978 94 6262 236 4
  • Tot in 1939 werkte en woonde Van Pallandt in Parijs; kort daarop ging zij definitief terug naar Nederland; in 1943 vestigde ze zich in Amsterdam, in een atelier met woning aan de Zomerdijkstraat
  • „Ik ben heel laat begonnen met beeldhouwen en moest kiezen mij geheel aan 't beeldhouwen te geven of gedeeltelijk met mensen om te gaan. Ik was niet sterk genoeg om [dat] alles te verenigen. [..] Ik moest de tijd inhalen.”
  • Bron: Marijke Hilhorst, 'Marijke Hillhorst spreekt met Charlotte van Pallandt', in Elsevier weekblad, 24 september 1988
  • Aanhaling(en): G. Ligtenberg, 'Met Charlotte van Pallandt naar Italië', in Reformatorisch Dagblad, 2 juli 2001
  • Van Pallandt ontmoette in Parijs na jarenlang schilderen de Armeense portrettist Arkop Gurdjan; deze raadde haar aan te gaan beeldhouwen omdat haar tekeningen daar volgens hem op wezen. Zij begon met beeldhouwen circa 1927
  • „Eerst de grote rommel eraf gehakt en toen met pijn en moeite verder. Werk je in steen naar een realistisch voorbeeld dan wordt het heel erg gezuiverd, alles wat detail is verdwijnt en je krijgt een mooi groot beeld.”
  • Bron: Marijke Hilhorst, 'Marijke Hillhorst spreekt met Charlotte van Pallandt', in Elsevier weekblad, 24 september 1988
  • Aanhaling(en): Maarten Jager, Charlotte van Pallandt : kunst als levensdoel, eindred. Ingrid Renkers; De Fundatie Zwolle & Uitgeverij Waanders en De Kunst, 2019, p. 34; ISBN 978 94 6262 236 4
  • Uit deze steen ontstond in 1939 [w:https://nl.wikipedia.org/wiki/Bestand:Kop_van_een_negerin,_Kr%C3%B6ller-M%C3%BCller_Museum.JPG haar beeld 'Kop van een negerin'] van Jesafa, die toen in Parijs beroepsmodel was op de Académie de la Grande Chaumière; het portret in steen werd hetzelfde jaar tentoongesteld in het Palais de Chaillot
  • „Het is zo'n mooie godsdienst [ Soefisme,] eigenlijk filosofie. Geen hel en verdoemenis.”
  • Bron: M. van Rooy, 'De koningin is een beetje jaloers', in NRC Handelsblad, 14 januari 1994
  • Aanhaling(en): Maarten Jager, Charlotte van Pallandt : kunst als levensdoel, eindred. Ingrid Renkers; De Fundatie Zwolle & Uitgeverij Waanders en De Kunst, 2019, p. 81; ISBN 978 94 6262 236 4
  • In 1941 werd Van Pallandt lid van de Soefi-beweging en kreeg haar naam 'Mussavira' (goddelijke kunst). In 1971 maakte ze een bronzen borstbeeld van geestelijk leider Inayat Khan voor de nieuwe Soefi-tempel in Katwijk, waar ze regelmatig mediteerde

Citaten over Charlotte van Pallandt - chronologisch[bewerken]

  • „..Het mooist heb ik echter de figuurtekeningen gevonden, die gevoelig zijn uitgevoerd, prachtig van lijn zijn en iets gracieus Frans hebben.”
  • Bron: A.M. Braakensiek, in Trouw, 1948
  • Aanhaling(en): L. Tegenbosch, Tekeningen van Charlotte van Pallandt, Van Spijk, Venlo 1981, p. 40
  • Pas in 1973 begon Van Pallandt haar vele schetsen en tekeningen te dateren, en kwam er kort daarop een allereerste presentatie van haar tekeningen. In 1981 verscheen een boek van haar getekende werken, onder redactie van Lambert Tegenbosch
  • „Zij weet hoe 't moet, en weet ook wat zij doet; / Maar omdat zij niet weet van overmoed, / Staat, van nog boven haar verlicht bewustzijn, / Haar sterkste werk in een geheime gloed.”
  • Bron: Adriaan Roland Holst, gedichtje 'voor Charlotte van haar 'kopzorg' ', circa 1963
  • Aanhaling(en): Maarten Jager , Charlotte van Pallandt : kunst als levensdoel, eindred. Ingrid Renkers; De Fundatie Zwolle & Uitgeverij Waanders en De Kunst, 2019; p. 92 ISBN 978 94 6262 236 4
  • De dichter Adriaan Roland Holst zat in 1963 veel model voor Charlotte van Pallandt; daarnaast schreven ze elkaar veel. In 1973 werd de in brons gegoten versie 'Portret van Adriaan Roland Holst' in 1973 officieel onthuld op zijn eigen voormalige H.B.S. school in Hilversum, die toen naar hem werd vernoemd
  • „In 1939 maakte ze een constructie, een technisch hulpmiddel, zoals zij zelf zegt om een figuur goed te kunnen uitbeelden. Het is uiterst verassend om deze voorstudie te zien, die zeer modern en bijna abstract aandoet. [..] Deze manier van werken begon al veel vroeger bij haar tekeningen. Die goed zichtbare constructielijnen maken haar tekeningen zeer boeiend”
  • Bron: M.E. Lohuizen-Mulder, speech van opening tentoonstelling'Charlotte van Pallandt. Beeldhouwwerken en tekeningen', Stedelijk Museum Het Catharina Gasthuis, Gouda 1977
  • Aanhaling(en): Maarten Jager , Charlotte van Pallandt : kunst als levensdoel, eindred. Ingrid Renkers; De Fundatie Zwolle & Uitgeverij Waanders en De Kunst, 2019; p. 75 ISBN 978 94 6262 236 4
  • De in brons gegoten versie van deze 'Constructie' is dan ook een unieke bijzondere uitzondering te midden van haar figuratieve werk
  • „Mijn God, wat heb ik een bewondering voor die vrouw. Als een roofvogel, koel en trefzeker, maar met welk een kracht, verbeeldt ze haar sujetten [onderwerpen]. Zij is een wonderbaarlijke verschijning in onze beeldhouwkunst, deze VALK. [..] Nog steeds probeer ik een portret van dat broze vrouwtje te maken.”
  • Bron: Piet Esser 1983, dagboeknotitie
  • Aanhaling(en): Maarten Jager , Charlotte van Pallandt : kunst als levensdoel, eindred. Ingrid Renkers; De Fundatie Zwolle & Uitgeverij Waanders en De Kunst, 2019; p. 75 ISBN 978 94 6262 236 4
  • Vanaf 1965 tot aan zijn dood in 2004 bleef Piet Esser aan zijn portret van 'Charlotte' doorwerken
  • „Zij was een kunstenares die zich voortdurend opnieuw liet inspireren door de zichtbare werkelijkheid, door de traditie van het kijken [..] Zij vertrok vanuit de abstractie, analyseerde een vorm tot de essentie en ging vervolgens naar de figuratie. Voor haar was de abstractie een middel om uit te komen bij de figuratie.”
  • Bron: Peter Struycken c. 1991, notitie over de werkwijze van Van Pallandt; RKD, Charlotte van Pallandt-archief
  • Aanhaling(en): Maarten Jager , Charlotte van Pallandt : kunst als levensdoel, eindred. Ingrid Renkers; De Fundatie Zwolle & Uitgeverij Waanders en De Kunst, 2019; pp. 118-119 ISBN 978 94 6262 236 4
  • Kunstenaar Peter Struycken leerde Van Pallandt al jong kennen; hij was later 30 jaar lang juryvoorzitter van de Charlotte van Pallandt-prijs

Externe links[bewerken]

Galerij van werken - chronologisch[bewerken]