Cato de Oudere
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen

Marcus Porcius Cato Censorius maior (234-149 v.Chr.) was een vooraanstaand Romeins senator..
- „Vermijd woordenwisselingen met kletskousen: elk kreeg een tong, maar weinigen verstand.”
- Origineel in het Latijn:
“Contra verbosos noli contendere verbis: sermo datur cunctis, animi sapientia paucis.” - Bron: Disticha Catonis, Liber I, 10.
- Aanhaling(en): wordt blijkens een Google-zoekopdracht op de volledige tekst regelmatig aangehaald op sociale media.
- Origineel in het Latijn:
Onbewezen toegeschreven[bewerken]
- „... en voor de rest ben ik van mening dat Carthago met de grond gelijk gemaakt moet worden.”
variant: „Overigens ben ik van mening dat Carthago verwoest moet worden.”
- Origineel in het Latijn:
“... ceterum censeo Carthaginem esse delendam.” - Bron: onbekend
- Aanhaling(en): Allard Bruinshoofd, “Overigens ben ik van mening…”, Kennis en Economisch Onderzoek, Rabobank, 18 juli 2013.
- Marcus Porcius Cato Censorius maior zou elke toespraak in de senaat met deze woorden hebben afgesloten. Er zijn echter geen bronnen bekend die hem deze uitspraak letterlijk in de mond leggen, hoewel hij zich wel in deze zin uitgelaten heeft. Zie: w:nl:Ceterum censeo Carthaginem esse delendam. Het Nederlandse artikel Marcus Porcius Cato Censorius maior schrijft de uitspraak weer wel aan hem toe, maar het Duitse artikel spreekt dit tegen. Het Engelse artikel noemt Plutarchus als bron, maar de website die dat moet onderbouwen geeft niet letterlijk dit citaat; bovendien wordt Plutarchus niet als een tot in details betrouwbare bron beschouwd. Het Engelse artikel Carthago delenda est stelt vast dat er geen letterlijke bronnen zijn, maar wel voldoende aanwijzingen dat Cato zich in deze zin uitgelaten zou hebben.
- Origineel in het Latijn: