Hans Wiegel
Hans Wiegel (16 juli 1941 -) is een Nederlands oud-politicus en was voorzitter van de Zorgverzekeraars Nederland.
- „Majesteit, dat lijkt me een uitstekend idee. En dan spuiten we met slagroom op elk van die taarten: nog vele jaren!”
- Bron: Peter van Griensven, Johan van Merrienboer & Peter Bootsma, Tour de Force : Van Agt biografie, Uitgeverij Boom, mei 2008, ISBN 9789085065463.
- Aanhaling(en): Herman Staal, Dries van Agt inspireerde populisten, NRC, 19 mei 2008.
- Koningin Juliana wilde bij haar troonsafstand alle gevangenen een slagroomtaart sturen, waarop Wiegel met deze zin zou hebben gereageerd, waarna het onderwerp van tafel was.
- „Een stem op Jan is een stem op Joop, stem dus Hans.”
- Bron: Koptekst van advertenties van de VVD in alle landelijke dagbladen op 25 mei 1981 (een dag voor de kamerverkiezingen).
- Aanhaling(en): Michiel Zonneveld, Wiegels zwak voor Pim Fortuyn, Vrij Nederland, 12 januari 2002, p. 10.
- Verwijzend naar de band tussen D66 van Jan Terlouw en de PvdA van Joop den Uyl.
- „Sinterklaas bestaat. Daar zit 'ie, achter de tafel.”
- Bron: Verkiezingsdebat, Gronings congrescentrum Het Tehuis, 20 oktober 1972.
- Aanhaling(en): Peter Verkooijen, Goed & fout na de oorlog, Babel Boeken, 2000, p. 123.
- Wijzend op Joop den Uyl.
Over Wiegel
[bewerken]- „Ik vind dat de heer Wiegel een goede gelegenheid voorbij heeft laten gaan om zijn mond te houden.”
- Bron: Frits Bolkestein in het tv-programma Woestijnruiters, NOVA, 12 maart 2006.
- Aanhaling(en): Lodewijk Asscher is de baas, The Post Online, 17 november 2014.
- Op 12 maart 2006 vraagt men in NOVA aan Frits Bolkestein wat hij vindt van de aanval van Hans Wiegel op minister Pechtold.
Onbewezen aan Wiegel toegeschreven
[bewerken]- „Fijn dat u zich voorstelt, mijn naam is Wiegel!”
- Bron: Lezing in Nijmegen, 1976 (nadere gegevens niet voorhanden)
- Aanhaling(en): Jan Bezemer, Fijn dat u zich voorstelt, mijn naam is Wiegel!, Trouw, 18 december 2003.
‘Theo Joekes moest de schoenen poetsen’, De Groene Amsterdammer, 14 december 2016 - Tijdens een verkiezingsbijeenkomst in 1976 riep iemand in de zaal „Klootzak!”, waarop Wiegel met deze zin reageerde. (In sommige varianten werd er „(honde)lul!” geroepen.)
