Maurits Cornelis Escher: verschil tussen versies

Uit Wikiquote
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
FotoDutch (overleg | bijdragen)
nieuw citaat
FotoDutch (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 51: Regel 51:
| bron = {{aut|[[w:Bibeb|Bibeb]]}}, [https://www.escherinhetpaleis.nl/escher-vandaag/interview-in-vrij-nederland-1968/ ''M.C. Escher: 'Ik vind wat ik zelf maak het mooiste en ook het lelijkste''], Vrij Nederland, 20 april 1968.
| bron = {{aut|[[w:Bibeb|Bibeb]]}}, [https://www.escherinhetpaleis.nl/escher-vandaag/interview-in-vrij-nederland-1968/ ''M.C. Escher: 'Ik vind wat ik zelf maak het mooiste en ook het lelijkste''], Vrij Nederland, 20 april 1968.
| aangehaald = [https://www.escherinhetpaleis.nl/escher-vandaag/interview-in-vrij-nederland-1968/ ''Interview in Vrij Nederland, 1968''], Escher in het Paleis, 20 april 2018.
| aangehaald = [https://www.escherinhetpaleis.nl/escher-vandaag/interview-in-vrij-nederland-1968/ ''Interview in Vrij Nederland, 1968''], Escher in het Paleis, 20 april 2018.
| opmerking = Citaat van Escher waarin hij zijn eigen werk op papiet afzet tegen drie-dimensionale beeldhouwkunst
| opmerking = Citaat van Escher waarin hij zijn eigen prenten op papier afzet tegen drie-dimensionale beeldhouwkunst
}}
}}



Versie van 8 mei 2019 16:08

M.C. Escher in 1971
Informatie bij zusterprojecten:
artikel in Wikipedia
media bij Commons
Informatie in externe bronnen:
BP pagina in Biografisch portaal
DBNL pagina in DBNL
KB pagina in KB-catalogus
RKD pagina in RKD

Maurits Cornelis Escher (Leeuwarden, 17 juni 1898 – Hilversum, 27 maart 1972) was een Nederlandse kunstenaar, bekend om zijn houtsneden, houtgravures en lithografieën, waarin hij vaak speelde met wiskundige principes.

Citaten van Maurits Cornelis Escher - chronologisch

  • „De onbekende bergnesten in het onherbergzame binnenland van Zuid-Calabrië zijn meestal slechts door een muilezelpad met den spoorweg, die vlak langs de kust loopt, verbonden: wie er heen wil, dient te voet te gaan zoo hij geen ezel tot zijn beschikking heeft. Ik denk terug aan dien warmen namiddag in de maand Mei [1930] toen wij met ons vieren.. ..de stadspoort van Palizzi binnentraden.”
  • Bron: Maurits Cornelis Escher, Palizzi, zijn artikel over zijn Calabrië-reis in 1930, weekblad 'De Groene Amsterdammer', 23 April, 1932, p 18 – No 2864.
  • Aanhaling(en): Rosssano, Escher in het Paleis, 25 mei 2018.
  • Citaat van Escher beschrijft zijn verblijf in Calabrië in de lente van 1930, waar hij veel foto's van het landschap maakte, die hij als schetsen gebruikte voor zijn houtdrukken en litho's van 1931
  • „Het heeft heel veel van mijn motieven, die ik ook om verschillende assen laat draaien. Ik heb dat gevoel van relatie, verwantschap, tegenwoordig zoo sterk, dat ik tijdens het luisteren naar Bach, dikwijls geïnspireerd word en een sterke drang naar zijn dwingende ritme voel, een cadans die iets van de eindeloosheid zoekt. In de Fuga is alles gebaseerd op een enkel motief, dikwijls maar van enkele noten. Bij mij draait ook alles om een enkele gesloten contour.”
  • „Mijn werk heeft niets met de mens, niets met psychologie te maken.. .Ik weet dat ik in dit werk niets verberg. Als Carel Willink een naakte juffrouw in een straat schildert, denk ik: wat heeft die juffrouw daar te maken?.. ..de gevels maken op mij de indruk van iets lugubers. Het is dus een lugubere straat. Mijn werk is niet luguber. Als je Willink vraagt: waarom zijn die naakte juffrouwen daar, krijg je geen antwoord. Bij mij krijg je altijd antwoord als je vraagt: waarom..”
  • „En als je nu bedenkt dat grote wiskundigen mijn werk interessant vinden, omdat ik in staat ben hun theorieën te illustreren. Ze kunnen zich helemaal niet voorstellen dat ik zo slecht was in wiskunde. Ik snap er zelf ook niets van. Ik begreep niet dat je iets moest bewijzen wat iedereen ziet. Ik zag het, ik wist, het is toch zo.. .Maar jawel hoor, je moest het bewijzen. Ik ben er bovenuit gekomen toen ik me realiseerde, dat ik wat anders kon. Ik dacht, dat ik een nietsnut was. Ik kom uit een milieu waar geen artiesten in waren.. .Ik was een rare eend in de bijt, hè?”
  • „Ik heb eerst die gemaakt [een prent van een open spiraal waarin de ogen, mond, het voorhoofd van een vrouw herkenbaar zijn] maar ik kan niet goed hebben dat iets wordt afgesneden. Ik dacht, waarom is dat mens hier afgesneden? Toen heb ik die twee gemaakt, die [met elkaar verbonden] een eindeloosheid hebben. 't Is ook bedoeld als reactie tegen beeldhouwers. Ik zie daar een beetje op neer, nee dat is niet goed gezegd, beeldhouwers zijn te beperkt. Ze denken zelf dat het heel wat is, maar boetseren kan iedereen. Tekenen is veel moeilijker, veel onstoffelijker.”