Eduard Douwes Dekker: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
| Regel 11: | Regel 11: | ||
| beschrijving = (pseudoniem '''Multatuli'''), is een Nederlands [[schrijver]], vooral bekend van ''Max Havelaar'' |
| beschrijving = (pseudoniem '''Multatuli'''), is een Nederlands [[schrijver]], vooral bekend van ''Max Havelaar'' |
||
}} |
}} |
||
{{Citaat |
{{Citaat |
||
| tekst = Over het geheel is schrijven voor publiek iets indecents. Gij zoudt uw knie, uw enkel zelfs bedekken voor een voorbijganger, en ik geef mijn ziel te koop... 't is infaam! Schrijven is ontucht; want of men schrijft wat men meent of gevoelt, en dan is die intimiteit te fijn voor vreemden, of men schrijft anders dan men gevoelt en 't wordt een laffe flauwe kunstmakerij, als van een gemeene meid die voor geld zich in lokkend postuur stelt of glimlacht. |
| tekst = Over het geheel is schrijven voor publiek iets indecents. Gij zoudt uw knie, uw enkel zelfs bedekken voor een voorbijganger, en ik geef mijn ziel te koop... 't is infaam! Schrijven is ontucht; want of men schrijft wat men meent of gevoelt, en dan is die intimiteit te fijn voor vreemden, of men schrijft anders dan men gevoelt en 't wordt een laffe flauwe kunstmakerij, als van een gemeene meid die voor geld zich in lokkend postuur stelt of glimlacht. |
||
| bron = {{aut|Eduard Douwes Dekker}}, ''Brief aan Mimi'', 29 |
| bron = {{aut|Eduard Douwes Dekker}}, ''Brief aan Mimi'', 29 juli 1863. |
||
| aangehaald = {{aut|Willem Oltmans}}, [http://www.dbnl.org/tekst/oltm003memo26_01/oltm003memo26_01_0002.php ''Memoires 1979-A''], Willem Oltmans, Papieren Tijger, Breda 2010, p. 26. |
| aangehaald = {{aut|Willem Oltmans}}, [http://www.dbnl.org/tekst/oltm003memo26_01/oltm003memo26_01_0002.php ''Memoires 1979-A''], Willem Oltmans, Papieren Tijger, Breda 2010, p. 26. |
||
| opmerking = |
| opmerking = |
||
| opmerking2 = |
| opmerking2 = |
||
}} |
|||
{{Citaat |
|||
| tekst = Ik spreek niet weer dezen avond, de entree kan bij den deur terug gevraagd worden, ’t schijnt hier wel een café chantant of kroeg te zijn. |
|||
| bron = Uitgesproken op 20 februari 1880 in hotel De Leeuw, waar Multatuli bezig was een lezing te houden. |
|||
| aangehaald = {{aut|Martin Hillenga}}, [https://martinhillenga.wordpress.com/2012/11/18/gebeurtenissen-van-minder-aangenamen-aard/ ''Gebeurtenissen van minder aangenamen aard''], wordpress.com |
|||
| opmerking= Multatuli brak hierna de tweede helft van zijn lezing, waar hij net aan wilde beginnen, af. |
|||
}} |
}} |
||
| Regel 24: | Regel 32: | ||
==Ideën (1862) <!--Dekker spelde dit consequent op deze manier--> == |
==Ideën (1862) <!--Dekker spelde dit consequent op deze manier--> == |
||
'''''(Zie de aparte pagina met citaten die betrekking hebben op de bundel [[Ideën]])''''' |
'''''(Zie de aparte pagina met citaten die betrekking hebben op de bundel [[Ideën]])''''' |
||
{{menu}} |
{{menu}} |
||
Versie van 6 mei 2016 20:26
Eduard Douwes Dekker (2 maart 1820 — 19 februari 1887) (pseudoniem Multatuli), is een Nederlands schrijver, vooral bekend van Max Havelaar.
- „Over het geheel is schrijven voor publiek iets indecents. Gij zoudt uw knie, uw enkel zelfs bedekken voor een voorbijganger, en ik geef mijn ziel te koop... 't is infaam! Schrijven is ontucht; want of men schrijft wat men meent of gevoelt, en dan is die intimiteit te fijn voor vreemden, of men schrijft anders dan men gevoelt en 't wordt een laffe flauwe kunstmakerij, als van een gemeene meid die voor geld zich in lokkend postuur stelt of glimlacht.”
- Bron: Eduard Douwes Dekker, Brief aan Mimi, 29 juli 1863.
- Aanhaling(en): Willem Oltmans, Memoires 1979-A, Willem Oltmans, Papieren Tijger, Breda 2010, p. 26.
- „Ik spreek niet weer dezen avond, de entree kan bij den deur terug gevraagd worden, ’t schijnt hier wel een café chantant of kroeg te zijn.”
- Bron: Uitgesproken op 20 februari 1880 in hotel De Leeuw, waar Multatuli bezig was een lezing te houden.
- Aanhaling(en): Martin Hillenga, Gebeurtenissen van minder aangenamen aard, wordpress.com
- Multatuli brak hierna de tweede helft van zijn lezing, waar hij net aan wilde beginnen, af.
Max Havelaar (1860)
(Zie de aparte pagina met citaten die betrekking hebben op het boek Max Havelaar)
Ideën (1862)
(Zie de aparte pagina met citaten die betrekking hebben op de bundel Ideën)
