Maurice Maeterlinck: verschil tussen versies

Uit Wikiquote
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
SamoaBot (overleg | bijdragen)
k Bot: Migrating 18 interwiki links, now provided by Wikidata on d:Q49747
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
{{Problemen
| aanhaling = ja}}
[[Bestand:Maurice Maeterlinck 1911.jpg|thumb|upright|Maurice Maeterlinck, 1911.]]
[[Bestand:Maurice Maeterlinck 1911.jpg|thumb|upright|Maurice Maeterlinck, 1911.]]
{{auteur
{{auteur

Versie van 30 jan 2015 02:54

Dit lemma over Maurice Maeterlinck heeft een of meer problemen
    Van een of meer citaten ontbreken secundaire bronnen (die aantonen dat elk citaat inderdaad door anderen in het Nederlandse taalgebied wordt aangehaald).

Help mee deze problemen op te lossen. Indien deze problemen niet in redelijke tijd worden opgelost, worden de betreffende citaten naar Overleg:Maurice Maeterlinck verplaatst. Als echter alle citaten in dit lemma een of meer onopgeloste problemen hebben, zal het lemma uiteindelijk voor verwijdering worden voorgedragen op de Verwijderlijst. LET OP: Gelieve geen nieuwe incomplete citaten aan deze pagina toe te voegen. Deze kunnen zo nodig op Overleg:Maurice Maeterlinck worden toegevoegd, onder een hoofdje {{onvolledig}}.

Maurice Maeterlinck, 1911.

Maurice Maeterlinck (1862 - 1949) was een Belgisch dichter, toneelauteur, essayist en vertaler. In 1911 ontving hij de Nobelprijs voor de Literatuur.

  • „Moet men hem beklagen, die op sommige avonden aan den oever eener oneindige zee tranen vergiet, of hem, die zijn leven lang binnen zijn eng kamertje, zonder reden glimlacht?”
  • Bron: Maurice Maeterlinck (1898), La Sagesse et la Destinée; vertaald en geciteerd in: Van Nu en Straks. Nieuwe reeks. Jaargang 4. Antwerpen 1900. p.97
  • Aanhaling(en): onbekend
  • „Als waarschijnlijk niemand uw waarheid zal begrijpen, kunt ge haar beter voor u houden.”
  • Origineel in het Frans:
    “S'il est incertain que la vérité que vous allez dire soit comprise, taisez-la.”
  • Bron: Maurice Maeterlinck (1904) Le double jardin.
  • Aanhaling(en): onbekend

De blauwe vogel, 1921

  • De Fee: „Je kijkt net of het een enorm groote is… Heb ik een krommen neus en mis ik mijn linkeroog?…”
Tyltyl: „Neen, neen, dat heb ik niet gezegd… Wie heeft het uitgestoken?”
De Fee (al boozer en boozer): „Maar het is niet uitgestoken!… Brutale jongen! vlegel!… 't Is nog mooier dan het andere, 't is grooter en helderder en zoo blauw als de hemel… En hier mijn haren, zie je die?… Ze zijn zoo blond als het rijpe koren… 't lijkt wel zuiver goud! En ik heb er zoo veel, dat mijn hoofd er heelemaal zwaar van is… Ik kan ze letterlijk niet glad houden… Zie je ze hier op mijn handen?…”
Tyltyl: „Ja zeker, daar zie ik er wel wat…”
De Fee (verontwaardigd): „Wel wat!… Bossen! Handen vol! Massa's! Gouden stroomen!… Ik weet wel, dat er menschen zijn, die zeggen, dat zij ze niet zien, maar jij hoort toch, hoop ik, niet tot die akelige blinden?…”
Tyltyl: „Neen, neen, ik kan deze haren, die u vertoont, best zien…”
  • Bron: Maurice Maeterlinck, De blauwe vogel. Vertaald door G.M. van der Wissel-Herderschee. Amsterdam : Van Campen, 1921. p.26-27
  • Aangehaald in: onbekend

Externe link