Niccolò Machiavelli: verschil tussen versies

Uit Wikiquote
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 7: Regel 7:
}}
}}



POEPPEPOEPEOPOEPEOPEPEPEPEPEPEOEPOEPEOEPEPOEPEPOEOEPOEPEOEPEOEPEPEOEPEP


*Hij was homo en dat was een geheim in zijn tijd.
*Hij was kankergay.


== Discorsi (2) ==
== Discorsi (2) ==

Versie van 6 sep 2013 08:13

Niccolò Machiavelli

Niccolò Machiavelli (1469 - 1527) was een filosoof, politicus en schrijver in Florence.


Discorsi (2)

  • Eén enkele persoon is wel geschikt om iets op te bouwen, maar als de verantwoordelijkheid voor wat hij heeft opgebouwd bij de eenling blijft berusten, dan zal het geen lang leven beschoren zijn.
  • Dat zal pas het geval zijn als de zorg voor de instandhouding ervan aan een grote groep mensen wordt toevertrouwd. Want zoals mensen als groep ongeschikt zijn om iets dergelijks op te bouwen, omdat de onderlinge verschillen van opvatting hun belette de voordelen ervan in te zien, zo zullen ze als ze ergens eenmaal aan gewend zijn nooit overeenstemming kunnen bereiken over de afschaffing ervan.
  • De hoogste lof die een mens ten deel kan vallen is weggelegd voor stichters en vormgevers van godsdiensten. Na hen komen de stichters van republieken en rijken. Daarna komen degenen die als commandant van hun leger hun eigen rijk of het grondgebied van hun vaderland hebben vergroot. Verder zijn er de schrijvers en de geleerden. En ook de onafzienbare menigte andere mensen oogst enige waardering dankzij hun vak of bezigheid.
  • Wie de Romeinse geschiedenis aandachtig bestudeert, ziet hoe nuttig de godsdienst was om een leger te leiden, om het moreel van het volk te sterken, om goede mensen in hun gedrag te bevestigen, en slechte tot inkeer te brengen.
  • Geen enkel volk heeft ooit een belangrijke nieuwe wetgever gehad die zich niet op God beriep, want anders zou hij zijn wetten niet aanvaard hebben gekregen.
  • Wie een kleine elite als vijand heeft, kan gemakkelijk en vrij geruisloos voor zijn eigen veiligheid zorg dragen; maar wie het hele volk tot vijand heeft, is nooit veilig en hoe wreder zijn optreden, des te zwakker wordt zijn positie.
  • Als een vorst de sympathie van een volk dat hem vijandig gezind is geraakt wil terugwinnen, moet hij eerst nagaan wat diens verlangens zijn. En dan blijkt steeds dat het volk twee dingen wil: ten eerste wraak nemen op degenen die het geketend hebben, en ten tweede zijn vrijheid terugkrijgen.
  • In iedere staat, hoe ingericht ook, bedraagt het aantal werkelijk machtige mensen hoogstens veertig á vijftig en omdat het er maar zo weinig zijn is het heel eenvoudig hun dreiging te bezweren, hetzij door ze uit de weg te ruimen, hetzij door ze met zoveel eerbetoon te overladen dat ze over hun positie wel min of meer tevreden moeten zijn.
  • Een mens leeft niet lang genoeg om een stad waarin het systeem lange tijd verziekt is geweest, te wennen aan een gezond systeem. Tenzij iemand die heel lang leeft of twee bekwame leiders achter elkaar haar weer in het gareel drukken, raakt ze zoals gezegd weer in verval zodra dezen wegvallen; tenzij een leider veel risico's en bloedvergieten voor lief neemt om haar een nieuw begin te schenken.
  • Zoals een goede mentaliteit voor haar voortbestaan wetten nodig heeft, zo is voor de naleving van wetten een goede mentaliteit onontbeerlijk.
  • Wetten en structuren die ontworpen zijn bij het ontstaan van een staat toen de mentaliteit van de mensen nog goed was, zijn niet meer geschikt als die slecht geworden is.
  • De wetten van de staat veranderen met de loop der dingen, maar structureren veranderen zelden of nooit. En dus zijn nieuwe wetten ontoereikend omdat immobiele structuren ze ontkrachten.
  • Als men de structuren in één keer wil veranderen omdat iedereen ziet dat ze niet functioneren, dan zijn de gebreken gemakkelijk te herkennen maar moeilijk te corrigeren, want normale wettelijke maatregelen zijn daarvoor ongeschikt omdat die niet het gewenste resultaat opleveren. In zo'n geval is het nodig buiten de wet te treden en wapengeweld te gebruiken. Om te beginnen dient men dan de macht in zo'n staat te grijpen om vrijheid van handelen te hebben.

In 1647 werd John Locke naar de prestigieuze Westminster-school in het vlakbij Londen gelegen Westminster gestuurd. Zijn studie werd mede betaald door Alexander Popham, een 'member of Parliament' en voormalige commandant van Lockes vader. Locke was een 'King's Scholar'. The King's Scholars waren een speciale kleine groep van speciale jongens die het privilege hadden om op de school te wonen en versneld opgeleid te worden voor de bekende universiteiten.

In de herfst van 1652 werd hij op 20-jarige leeftijd toegelaten op het Christ Church college, Oxford University. De deken van deze universiteit was John Owen. Hij was vice-kanselier van de universiteit. Locke was een zeer bekwame student. De drie en een half jaar die hij studeerde om zijn B.A.-graad (Bachelor of Arts) te verkrijgen vulde hij vooral met logica, metafysica en de klassieke talen. Hij vond echter ook tijd voor het lezen van werken van moderne filosofen, zoals René Descartes. Gesprekken met privé-leraren, zelfs met de onafgestudeerde studenten in de gangen, waren in het Latijn.

Locke vond, net als Thomas Hobbes voor hem, de Aristotelische filosofie, die hij op Oxford bestudeerde van weinig nut. Maar er was in Oxford meer dan alleen Aristoteles. De nieuwe experimentele filosofie was gearriveerd. John Wilkins, Cromwells zwager, was de bestuurder van Wadham College geworden. De groep rond Wilkins werd de kern van wat later The English Royal Society werd. De Society groeide uit informele bijeenkomsten en discussiegroepen en verhuisde naar Londen, waar het een formeel instituut werd. Het doel van deze Society's was het in contrast staan met de Aristotelische tradities die de andere universiteiten domineerden. Hun lessen/programma was het bestuderen van de natuur in plaats van boeken. De meeste van Wilkins' partners waren mensen die geïnteresseerd waren in het toepassen en waarnemen van de geneeskunde in plaats van het lezen in oude klassieke boeken.

In de herfst van 1654 stierf Lockes moeder. Ze werd ziek tijdens een bezoek aan vrienden in Wrington. Op 4 oktober stierf ze in het kleine huisje waar John Locke werd geboren. John was bij de begrafenis aanwezig. Een van Lockes vrienden, die hij nog kende van de Westminster school, Richard Lower, introduceerde hem bij medicijnen en de experimentele filosofie, onderwijs dat werd gegeven door de virtuozen op Wadham.

Locke ontving zijn B.A. in februari 1656. Na zijn studie ging zijn carrière aan Oxford door. In juni 1658 kwalificeerde Locke zich tot Master of Arts (M.A.) en een Belangrijke Student van Christ Church University werd gekozen. Locke moest nog vaststellen wat zijn carrière zou worden. Locke werd gekozen tot Spreker in Grieks aan Christ Church in december van 1660 en hij werd gekozen tot Spreker in Retoriek in 1663. Op dit moment moest Locke een beslissing nemen. De statuten van Christ Church schreven voor dat 55 van de belangrijkste studentenplaatsen voor geestelijken moesten worden gereserveerd. Slechts vijf zouden door anderen kunnen ingenomen worden, twee in geneeskunde, twee in het recht en één in de moraalfilosofie. Dus had Locke goede redenen om geestelijke te worden. Locke besloot echter dokter te worden. In 1674 kreeg hij zijn bachelor in de geneeskunde. In zijn tijd op Oxford heeft hij zich uitgebreid met de geneeskunde beziggehouden en gewerkt met beroemde wetenschappers en denkers als Robert Boyle, Thomas Willis, Robert Hooke en Richard Lower. Intussen was, in 1661, zijn vader overleden.

Discorsi (3)

  • Sommige schrijvers over staatkundige zaken beweren dat in een staat drie bestuursvormen mogelijk zijn die ze monarchie, aristocratie en democratie noemen.een monarchie vervalt gauw tot tirannie, een aristocratie gauw tot oligarchie en een democratie glijdt gauw af naar anarchie.
  • Ik vind alle genoemde bestuursvormen verderfelijk, vanwege het kortstondige leven dat de drie goede beschoren is en vanwege de kwaadaardige natuur van de drie slechte.
  • Verstandige wetgevers hebben deze gebreken onderkend en daarom elke van deze typen in hun zuivere vorm vermeden en gekozen voor een bestuursvorm die elementen van alle drie bevat: een bestuursvorm die zij als duurzamer en stabieler beschouwen omdat zo in één en dezelfde stad monarchie, aristocratie en democratie naast elkaar bestaan en elkaar controleren.
  • Mensen laten zich alleen van hun goede kant zien als de omstandigheden daartoe dwingen. Maar zodra iedereen vrij spel heeft en kan doen en laten wat hij wil, zijn verwarring en chaos direct overal troef.
  • Daarom zegt men dat honger en armoede de mensen leren werken, en dat wetten ze leren zich te gedragen.
  • Waar een goede krijgsmacht bestaat, bestaat een goede organisatie.
  • Het volk is, zoals Cicero zegt, weliswaar onwetend maar heel goed in staat om de waarheid te onderkennen.
  • Elke stad moet het volk de kans geven om op de een of andere manier zijn eisen kenbaar te maken, en vooral steden die als het er op aankomt van de diensten van het volk gebruik willen maken.
  • Een van de eerste dingen die wijze grondleggers van staten hebben gedaan, is het inbouwen van garanties ter bescherming van de vrijheid; afhankelijk van de manier waarop dat is gebeurt duurt de vrijheid korter of langer.
  • De bescherming van iets moet worden toevertrouwd aan degene die de minste behoefte heeft om dat ten eigen nutte aan te wenden.
  • Bij de adel leeft een sterke behoefte om te overheersen en bij het volk uitsluitend de behoefte om niet overheerst te worden. Als de bescherming van de vrijheid in handen van mensen uit het volk gelegd wordt, mag men daarvan redelijkerwijs verwachten dat zij meer zullen doen om haar in stand te houden en, omdat zij zelf de macht niet kunnen grijpen, ook niet zullen toestaan dat anderen dat doen.
  • De vraag is wie grotere schade aanrichten in een stad: mensen die streven naar méér, of mensen die bang zijn te verliezen wat ze hebben?
  • De spanningen worden in de meeste gevallen opgeroepen door wie bezit, want de angst iets kwijt te raken maakt dat hij dezelfde gaat nastreven als iemand die zijn bezit nog verwerven moet.
  • De mensen denken dat hun bezit niet veilig is als het niet regelmatig wordt vergroot.
  • Als je een talrijk en strijdbaar volk wilt om een groot rijk te stichten, dan zul je nooit kunnen reageren zoals het jou belieft; als je daarentegen een volk klein en kwetsbaar houdt om het je wil op te leggen, en dan de macht in een nieuw gebied verwerft, dan kun je je daar niet handhaven of je bewind wordt dermate kwetsbaar dat je een prooi wordt van de eerste de beste agressor.

Discorsi (4)

  • Zwak is een vorst die niet onmiddellijk tot oorlogvoeren in staat is.
  • Het blijkt dat twee bekwame vorsten achter elkaar voldoende is om de wereld te veroveren.
  • Het lijdt geen enkele twijfel dat als ergens mannen zijn maar geen soldaten, dat te wijten is aan de vorst, en niet aan een gebrek van bodem of natuur.
  • De geschiedenis geeft aanleiding tot drie opmerkingen.
    • Ten eerste: men mag nooit met een gedeelte van de beschikbare middelen zijn hele fortuin op het spel zetten.
    • Ten tweede: in een goed georganiseerde staat worden misdaden nooit gecompenseerd door verdiensten.
    • Ten derde: het is nooit verstandig akkoorden te sluiten waarvan de naleving in twijfel moet of kan getrokken worden.
  • Het is altijd onverstandig bevonden om alle fortuin op het spel te zetten zonder daarbij alle middelen aan te spreken.
  • Een goed georganiseerde staat vergeeft zijn burgers nooit vergrijpen vanwege verdiensten, maar kent beloningen voor goede daden en straffen voor slechte.
  • Want als een burger die belangrijks voor zijn land gedaan heeft daardoor niet alleen aanzien verwerft maar ook het vermetele vertrouwen dat hij straffeloos een vergrijp kan plegen, dan zal zijn optreden binnen de kortste keren zo brutaal worden dat van een goed georganiseerde samenleving geen sprake meer zal zijn.
  • Als men wil dat op vergrijpen straffen blijven staan, dan is het beslist noodzakelijk om beloningen uit te loven voor verdiensten.
  • Wie de politieke orde in een vrije staat wil veranderen en wil dat de nieuwe orde geaccepteerd wordt en zich tot ieders tevredenheid consolideert, dient de oude structuren voor het oog althans voor het oog te laten voortbestaan; dit om te voorkomen dat het volk denkt dat er een nieuwe orde is ingevoerd.. dit is de regel waaraan iemand zich dient te houden die een nieuwe politieke orde wil vestigen hetzij in de vorm van een republiek hetzij in de vorm van een monarchie.
  • Maar wil men een absoluut bewind vestigen, dat in de literatuur wordt aangeduid met de term tirannie, dan dient men alles radicaal te veranderen.
  • De ondeugd die ondankbaarheid heet, vindt haar oorzaak in gierigheid of achterdocht.
  • Een vorst die wil vermijden dat hij zijn leven lang achterdochtig of ondankbaar moet zijn, moet persoonlijk de leiding van de militaire operaties op zich nemen.
  • Als een staat intern of extern in een gevaarlijke situatie is beland en die situatie escaleert zóver dat iedereen de schrik om het hart slaat, dan is het veel veiliger om tijd te winnen, dan om te proberen die ontwikkeling de kop in te drukken.
  • Want pogingen om zo'n ontwikkeling te smoren wakkeren haar bijna altijd aan, en brengen de kwalijke gevolgen die gevreesd worden dichterbij.
  • Het is extra moeilijk om zo'n gevaar in een beginstadium te onderkennen, omdat de mensen het idee hebben dat nieuwe dingen altijd gesteund moeten worden; en bij die steun gedijen met name dingen die enige belofte lijken in te houden en ondernomen worden door jonge mensen.
  • Gegeven het feit dat het nu eenmaal moeilijk is zo'n kwaad te onderkennen als het de kop opsteekt, wat te wijten is aan de bedrieglijke omstandigheden van al wat nieuw is, vind ik het verstandiger om als het eenmaal onderkend is, tijd te nemen dan om er dwars tegen in te gaan. Want als men de tijd neemt bereikt men dat het kwaad óf vanzelf verdwijnt, óf althans wordt uitgesteld.
  • Als een vorst iets wil vernietigen of van zijn onstuimigheid beroven, laat hij dan altijd goed oppassen dat hij niet aanwakkert wat hij wil uitdoven, dat hij niet vast blijft zitten aan wat hij weg wil duwen, dat hij niet onder water zet wat hij alleen maar wil besproeien.
  • Men dient zorgvuldig de hardnekkigheid van de kwaal in te schatten en als men in staat blijkt die te genezen, rigoureus het mes er in te zetten. Zo niet, dan dient men de zaak te laten rusten is en is elke poging in die richting uit den boze.
  • De macht vindt gemakkelijk de titels, niet de titels de macht.
  • Een dictator wordt [in Rome] niet voor onbepaalde tijd, maar voor slechts korte periode benoemd, en alleen om het probleem aan te pakken waarvoor hij was aangesteld.
  • Zonder een dergelijke institutie [dictatorschap] komen staten uitzonderingssituaties moeilijk te boven. Want de normale instellingen van een republiek werken traag: geen enkel bestuurslichaam en geen enkele functionaris kan iets alleen afhandelen en men is voortdurend op elkaar aangewezen; en omdat het tijd kost om de meningen tot elkaar te brengen, is zo'n behandelwijze levensgevaarlijk als een acute kwaal moet worden bestreden.
  • Mijn conclusie is dat een republiek die bij acuut gevaar geen beroep kan doen op een dictator of vergelijkbare gezagsdragers, in kritieke situaties altijd te gronde zal gaan.
  • De wonden en de klappen die een mens zichzelf vrijwillig toebrengt, doen veel minder pijn dan de wonden en de klappen die hem door anderen worden toegebracht.


Wikiquote Wikipedia heeft een artikel over Niccolò Machiavelli.