Dag Hammarskjöld

Uit Wikiquote
Dag Hammarskjöld in 1961
Informatie bij zusterprojecten:
artikel in Wikipedia
media bij Commons
Informatie in externe bronnen:
IMDb pagina in IMDb
KB pagina in KB-catalogus

Dag Hammarskjöld (1905-1961) was een Zweeds diplomaat, voormalig secretaris-generaal van de Verenigde Naties, en winnaar van de Nobelprijs voor de vrede 1961.

  • „Alleen de hand die doorstreept, kan waarheid schrijven
  • „Verder word ik gedreven,
    een onbekend land in.
    De grond wordt harder,
    de lucht prikkelender, kouder.
    Aangeraakt door de wind
    vanuit mijn onbekende einder
    trillen de snaren
    in afwachting”
  • „Vermoeidheid dooft het verdriet en lokt met de dood. Zo kun je bekoord worden om de eenzaamheid te overwinnen - en uitgenodigd worden voor de laatste vlucht uit het leven. - Maar nee, dit niet! De dood moge je laatste geschenk aan het leven zijn, niet je verraad.”
  • „Ik verlang het absurde: dat het leven zin heeft
    Ik vecht voor het onmogelijke: dat mijn leven zin krijgt
    Ik durf niet, weet niet hoe ik zal kunnen geloven: dat ik niet alleen ben”
  • „weldra komt de nacht
    Tegen het verleden: dank,
    tegen het komende: ja!”
  • „Dat de weg van de roeping eindigt op het kruis weet ieder die zijn lot op zich genomen heeft - ook al leidt het hem door het gejuich rond Gennesaret of door de triomfpoort Jeruzalem in”
  • „De weg naar heiligheid gaat in onze tijd noodzakelijk via daden”
  • „Het is beter om uit geheel zijn hart één mens goed te doen dan om ‘zich op te offeren voor de mensheid’”
  • „Geen uitweg vindend
    maakte de hitte
    kolen tot diamant”
  • „De weg
    je zult hem volgen.
    Het geluk,
    je zult het vergeten.
    De kelk,
    je zult hem ledigen”
  • „De seizoenen wisselden
    en het licht
    en het weer
    en het uur.
    Maar dit is hetzelfde land.
    En ik begin de kaart te kennen
    en de windstreken”
  • „Ik weet niet wie – ofwat – de vraag stelde. Ik weet niet wanneer zij gesteld werd. Ik herinner me niet datik antwoordde. Maar eens zei ik ‘ja’, tegen iemand – of iets. Vanaf dat moment heb ik de zekerheid dat het leven zinvol is en dat mijn leven in onderwerping een doel heeft”