J.C. Bloem

Uit Wikiquote
Versie door RomaineBot (overleg | bijdragen) op 25 dec 2016 om 23:47 (→‎Over Bloem: magisch woord ISBN gaat verdwijnen, alvast ombouwen naar sjabloon met AWB)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
J.C. Bloem in zijn studeerkamer
Informatie bij zusterprojecten:
artikel in Wikipedia
media bij Commons
Informatie in externe bronnen:
BP pagina in Biografisch portaal
DBNL pagina in DBNL
KB pagina in KB-catalogus

Jakobus Cornelis (Jacques) Bloem (Oudshoorn, 10 mei 1887 - Kalenberg, 10 augustus 1966) was een Nederlands dichter.


  • „Niet te verzoenen is het leven.
    Ten einde is dit wellicht nog 't meest:
    Te kunnen zeggen het is even
    Tussen twee stilten luid geweest.”
  • Bron: J.C. Bloem, het gedicht Zondag, 1931.
  • Aanhaling(en): Toon Horsten, Een genie, geen heilige, De Standaard, 24 augustus 2007.
  • „Niet anders is de gang van ieder leven:
    Men raakt aan 't eind van alle dingen los.”
  • „Toch ben ik vol verholen tederheden,
    Gekneusde liefde, die geen uitweg vond.”
  • Bron: J.C. Bloem, het gedicht Liefde
  • Aanhaling(en): Frits Abrahams, Gekneusde liefde, NRC, 22 maart 2006.
  • Deze dichtregels worden nu gezien als indicatie van Bloem's homosexualiteit.
  • „Ik heb van 't leven vrijwel niets verwacht
    't Geluk is nu eenmaal niet te achterhalen.”
  • Bron: J.C. Bloem, het gedicht De nachtegalen
  • Aanhaling(en): Onno Blom, Ondermijnd van dromen, Trouw, 13 september 2001.
  • „Denkend aan de dood kan ik niet slapen,
    En niet slapend denk ik aan de dood.”
  • „Hiertoe had dan het leven mij gevoerd
    Na veler zware dagen ommekomen,
    Verteerd van daden, ondermijnd van dromen,
    Dit land te aanschouwen, nauwelijks meer ontroerd.'”
  • Bron: J.C. Bloem, het gedicht Het oude kerkje
  • Aanhaling(en): Onno Blom, Ondermijnd van dromen, Trouw, 13 september 2001.
  • „Zij zijn nu doden en zij wachten
    Na onherstelbare dagen en nachten,
    Wat aan de doden nog is gegeven:
    Een onverzoenlijke eeuwigheid.'”
  • Bron: J.C. Bloem, het gedicht Hun graven
  • Aanhaling(en): Onno Blom, Ondermijnd van dromen, Trouw, 13 september 2001.
  • „Voorbij, voorbij, o en
    voorgoed voorbij.”

Over Bloem[bewerken]

  • „Er is overigens geen enkele aanwijzing dat deze stap buiten de geijkte paden anders moet worden gezien dan als incidenteel.”
  • Bron: A.L. Sötemann, Vier opstellen over J.C. Bloem, Athenaeum-Polak & Van Gennep, 1979, ISBN 9789025330552.
  • Aanhaling(en): Frits Abrahams, Gekneusde liefde, NRC, 22 maart 2006.
  • Over zijn arrestatie en proces i.v.m. betaalde homosexuele handelingen.
  • „Hij had mij er zelfs een keer heen laten rijden om het (..) te laten zien, zoals iemand je zijn toekomstige huis zou tonen.”
  • Bron: Clara Eggink in haar memoires Leven met J.C. Bloem, Athenaeum-Polak & Van Gennep, 1977, ISBN 978-9025330514.
  • Aanhaling(en): Onno Blom, Ondermijnd van dromen, Trouw, 13 september 2001.
  • Over het kerhof dat Bloem voor zichzelf had uitgekozen.