huik
Niet te verwarren met: huif |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: huik (hulp, bestand)
- IPA: / hœyk / (1 lettergreep)
- (Noord-Nederland): /ɦœʏ̯k/
- (Vlaanderen, Brabant): /ɦœːk/
- (Limburg): /hœːk/
Woordafbreking
- huik
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘mantel’ voor het eerst aangetroffen in 1317 [1]
- Ontleend aan het Arabische حائك ḥā'ik (en niet aan het Oudfranse huque (cape met capuchon) dat evenals het middeleeuws Latijn huca recenter is)[2].
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | huik | huiken |
verkleinwoord | huikje | huikjes |
Zelfstandig naamwoord
- (verouderd), (kleding) een lange mouwloze mantel met kap, gedragen door vrouwen Arch. (1811) [3]
- ▸ Vanaf de veertiende eeuw liepen dames in Nederlanden geregeld rond in een zogeheten huik, een lange klokvormige en soms geplooide mouwloze mantel van wollen stof.[4]
- (scheepvaart) een regenvast dekkleed dat over een zeil gedaan wordt
- We vertrouwen het niet met het weer, dus doen we de huik over de zeilen.
- (verouderd) hurk
Uitdrukkingen en gezegden
- De huik naar de wind/alle winden hangen
Zich schikken naar de omstandigheden van het moment
Werkwoord
vervoeging van |
---|
huiken |
huik
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van huiken
- Ik huik.
- gebiedende wijs van huiken
- Huik!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van huiken
- Huik je?
Gangbaarheid
- Het woord huik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "huik" herkend door:
35 % | van de Nederlanders; |
49 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "huik" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Klein Arabisch Prentenboek. L. Catherine, 2010.
- ↑ Nederduitsch taalkundig woordenboek. P. Weiland 1807-1811
- ↑ “De Huik – ‘De Nederlandse boerka’” (2018-14-12), NS
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Kleding in het Nederlands
- Scheepvaart in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 35 %
- Prevalentie Vlaanderen 49 %